Goede praktijk: interview met de Oekraïense scouts in Antwerpen
Goede praktijk: interview met de Oekraïense scouts in Antwerpen
Migratieachtergrond
Natalia Harasivka is afkomstig uit Oekraïne en kreeg de kans om via het European Solidarity Corps programma van Erasmus+ een betaalde stage te lopen bij FIMCAP en Chirojeugd Vlaanderen.
Toen ze aankwam in België begon een maand later de oorlog in Oekraïne. Ze zocht manieren om vanuit België familie, vrienden en haar mede-landgenoten te helpen. Zo werd ze leiding bij de Oekraïense scouts (Plast) in Antwerpen.
We praten met Natalia over haar engagement en wat deze scoutsgroep zo bijzonder maakt.
Je zit in de Oekraïense scouts Plast in Antwerpen. Wat kan je ons hierover vertellen?
de Oekraïense scouts is niet erkend door internationale scouts, maar het is gebaseerd op wat scouts doet. Het is 110 jaar oud en ooit ontstaan in Oekraïne om voor kinderen en jongeren een leuke vrijetijdsbesteding te voorzien. Toen de USSR en de Sovjet-Unie er was werden alle scoutsgroepen in Oekraïne en de Sovjet-Unie stopgezet. De geëmigreerde scoutsgroepen in onder andere Canada en de Verenigde Staten liepen wel verder. Meer dan 50 jaar kon de scouts niet meer verder bestaan in Oekraïne.
Scouts werd zo voor ons niet alleen meer op dagtocht gaan in het bos of leven in de natuur. De scouts zorgde er ook voor dat verschillende tradities werden behouden. Zodat in het buitenland kinderen en jongeren zich wel bewust waren van waar de Oekraïense scouts vandaan kwam. Een beetje als een herinnering aan hoe het vroeger was. Na de val van de USSR was de Scouts ook automatisch terug in Oekraïne en daar is die nog steeds het grootst, maar zijn er verschillende plekken zoals Amerika, Canada, Australië, België, Duitsland... waar de Oekraïense scouts nog steeds bestaat. Al deze groepen zijn over de landen heen nog altijd met elkaar geconnecteerd, maar zijn wel onafhankelijk in wat ze doen.
Het is vooral om de tradities en visie van de Oekraïense Scouts in ere te houden en ook het Oekraïens spreken, zeker in Europa. Je zou niet kunnen deelnemen als je de taal niet spreekt. Het is bijvoorbeeld verboden om Nederlands te praten tijdens spelletjes, vergaderingen of onze kampen. Voor sommige kinderen en leiding is Nederlands intussen gemakkelijker om te spreken dan Oekraïens.
Plast in België is vrij klein. In het totaal zijn er 100 leden. er is een in Brussel en een in Antwerpen en voor de jongste kinderen onder 6 jaar is er ook eentje in Gent.
Hoe verlopen de scoutsactiviteiten?
Er zijn 4 leeftijdsgroepen. Je hebt kinderen die jonger zijn dan 6 jaar. Hier wordt een activiteit aan gegeven door leiding in combinatie met ouders. Vervolgens heb je de kinderen van 6 tot 11 jaar. Dat is onze grootste groep en de 12 tot 18 jarigen is onze tienergroep. De twee laatste zijn de leidingsploeg (senior scouts) en dan heb je de oud-leidingsploeg (senior-senior scouts).
We hebben een vrij hiërarchische structuur in onze Scouts. Onze tienergroepen worden bewust erg klein gehouden. Er zitten maximum 8 à 10 jongeren in deze groep en ze hebben één leiding. Het is belangrijk om een hele nauwe band te hebben in deze groep. Vaak zijn de groepen ook niet-gemengd. In Antwerpen hebben we in één scoutsgroep 4 aparte groepen van 12 tot 18 jarigen. In onze Plast in Antwerpen hebben we een jongensgroep, een meisjesgroep en twee gemengde groepen waar telkens één leiding bij staat en die zitten allemaal binnen die ene scoutsgroep. Normaal doe je elke week een activiteit, maar wij doen het om de week, want we hebben niet genoeg vrijwilligers op dit moment.
Het idee is dat de leiding bij elke activiteit slechts een facilitator is. De jongeren zijn eigenlijk een zelf organiserend team. Eén van de jongeren neemt een meer leidende rol op, iemand doet de financiën, enz. Het hangt dus meer af van wat de jongeren zelf willen doen.
Als leiding is verantwoordelijk om de groep onderling een project te laten uitdenken of samen een activiteit op poten te zetten. Je denkt dat je als leiding minder werk hebt, maar de verwachting leggen bij jongeren zodat zij actie ondernemen is eigenlijk moeilijker dan het zelf te doen. Het is dus best uitdagend.
Voor de kinderen van 6 tot 11 jaar speel je vooral als leiding spelletjes met de kinderen.
En jullie gaan ook samen op kamp?
Ja, er zijn verschillende kampen. We hebben winterkampen in Oostenrijk om te skiën bijvoorbeeld en die zijn voor het hele land toegankelijk. Dan heb je ook regionale kampen en lokale kampen. De meeste kampen hebben een thema en een verhaal. Je kiest een kamp waar je interesse in hebt.
Hoe ben je terecht gekomen in Plast in België?
Ik zat in de scouts in Oekraïne via een vriendin die hulp nodig had en medeleiding zocht omdat de leidingsploeg te klein was, maar dat was een kort engagement. dus ik was geen grote expert in leiding zijn in de scouts.
Toen ik in België kwam, heb ik de scouts ontmoet tijdens een grote actie aan een magazijn dichtbij Antwerpen. Aan het begin van de oorlog organiseerde de Plast Scouts een groot actie om verschillende goederen en hulpmiddelen in te zamelen voor Oekraïne. Er waren heel veel vrijwilligers die mee hielpen. Toen ik in België was heb ik simpelweg gegoogeld: 'Wat kan ik doen in België om Oekraïne te helpen.' en zo heb ik Plast gevonden. Ze vroegen me onmiddellijk of ik Plast kende en nodigden me uit om eens te komen kijken.
De jongeren waren enorm ondernemend in het vinden van hulpmiddelen voor Oekraïne. En waren daarnaast ook nog bezig met hun studies of hun job. Op een bepaald moment vroegen ze me of ik niet wilde helpen in hun Plast en zeer specifiek of ik op hun evenement: 'De viering van de lente' een coördinerende rol wilde opnemen. Op dit evenement, dat doorgaat eind april of begin mei, wordt het kampseizoen geopend. Alle scoutsgroepen uit een regio komen samen en er wordt een grote competitie gespeeld tussen alle scoutsgroepen om het beste team te vinden.
Zijn er meer kinderen en jongeren naar de scouts gekomen in Antwerpen toen de oorlog begon?
Ja dat is gebeurd. Maar niet dramatisch veel, want door de organisatie van onze groepen, 8 à 10 per leiding en het tekort aan leiding in onze scouts, konden er niet heel veel kinderen en jongeren meer bij komen. We hebben een wachtlijst voor een jongeren om zich in te schrijven. We hebben de groepen al vergroot naar 12, maar de methodologie laat ons niet toe om erg uit te breiden in ons ledenaantal.
Merkte je dat de scouts zich moest aanpassen door de oorlogssituatie in Oekraïne?
Ze hebben zeker wat zaken moeten veranderen in hun vereniging. Eén a twee weken voor de oorlog uitbrak was er een aankondiging vanuit Plast in Oekraïne dat elke scoutsgroep verspreid in de wereld een plan moest opmaken voor als de oorlog zou uitbreken. Zodat je weet welke stappen je moet nemen als scoutsgroep om Oekraïne voldoende te ondersteunen, zeker voor de buitenlandse groepen.
Hadden kinderen en jongeren een plek om binnen de scouts te praten over hun gevoelens over hetgeen er gebeurde in Oekraïne? Kwam de oorlog aan bod in gesprekken?
Ik heb onvoldoende psychologische kennis, dus voor mij was het misschien moeilijker dan voor anderen om de noden van kinderen en jongeren op te merken. Maar we wilden het onderwerp 'oorlog' zeker niet uit de weg gaan. Sterker nog, we wilden vooral het onderwerp aanpakken door iets te doen. Praktisch alles wat we bespraken op de scouts, had linken met de oorlog en met de geschiedenis van Oekraïne.
Uiteindelijk zijn vele van deze kinderen en jongeren meegegaan op onze kampen en zijn ze zeer actief geworden binnen de scouts.
Voelde je je welkom in de scoutsgroep?
We delen de gemeenschappelijke waarden, we vinden dezelfde zaken belangrijk en besteden onze vrije tijd aan hetzelfde. Ik voelde me enorm welkom in deze gemeenschap. Soms zeiden we: "Dit is zo een verschrikkelijke en afschuwelijke oorlog, maar het bracht ook zoveel lieve mensen samen."
Wanneer er een ramp komt moet je je gewoon meer open stellen, want alles valt als een kaartenhuisje in elkaar en dan moet je dat kaartenhuisje plots opnieuw bouwen en hiervoor nieuwe mensen leren kennen om samen iets nieuws op te bouwen.
Toen ik in België aankwam wilde ik ook onmiddellijk helpen. Er was ook niet echt tijd om een kennismaking te doen. Je moest onmiddellijk de handen uit de mouwen steken. Er was geen tijd om je aan te passen.
Je hoofddoel was in de eerste plaats om iets te doen voor de oorlog en het onrechtstreeks positieve gevolg is dat je in de scouts bent terecht gekomen.
Exact. In een andere situatie had ik me misschien niet aangesloten, net omdat ik maar voor een periode van één jaar stage loop in België. Maar nu wist ik dat mensen mijn hulp zeker konden gebruiken. We spraken ook jongeren aan die helemaal geen scoutsachtergrond hadden, wat ik wel heb. Zo hebben we meer leiding gevonden? Zij hadden voordien nog nooit activiteiten georganiseerd met kinderen. Maar wouden nu wel graag vrijwilliger worden.
Ook het jeugdwerk in België wil kinderen en jongeren uit Oekraïne maar ook andere jonge vluchtelingen ondersteunen om hun plekje te vinden in een jeugdvereniging. Wat zou je hen adviseren zodat deze kinderen en jongeren zich welkom voelen?
Dat vind ik een leuke vraag!
Het zou erg goed zijn mochten ook Oekraïense jongeren naar ander jeugdwerk gaan in België. De Oekraïense scouts is zeer specifiek in die zin dat de scouts vooral de tradities en de geschiedenis van waar je afkomstig bent te bewaren. Het zou boeiend zijn als Oekraïense jongeren ook de kans krijgen om de jeugdwerk-tradities in België te leren kennen.
Ik zou daarom zeker geen aparte leeftijdgroepen met enkel Oekraïense jongeren oprichten. Sommige kinderen en jongeren die ergens naartoe komen voelen zich niet altijd nuttig of betekenisvol op een nieuwe plek. Daarom is het belangrijk om de uitnodiging heel persoonlijk te maken, specifiek voor die persoon.
Want jongeren kunnen denken: "Oh dit is niet voor mij want ik ben niet zo, het zal vast voor andere jongeren bedoeld zijn."
Dan is het belangrijk als jeugdwerker, leiding of vrijwilliger om de hand te reiken naar deze kinderen en misschien zelfs een speciaal evenement of een activiteit op poten te zetten om hen welkom te heten in de vereniging: "Kijk wat we doen: we spelen met kinderen en je moet niet hier wonen, iedereen is welkom." Zo maak je de uitnodiging heel laagdrempelig.