Home

Hoe creëer ik binnen mijn vereniging een safe(r) space?

Hoe creëer ik binnen mijn vereniging een safe(r) space?

Gender - Grensoverschrijdend gedrag - Toegankelijkheid

Informeren is de sleutel naar het inrichten van die veilige(re), vertrouwde omgeving voor elkaar. Tegelijkertijd zijn er ook grenzen nodig om die veilige ruimte te bewaken. Hoe bewaak je die grenzen? En hoe informeer je op de juiste manier? We sommen enkele richtlijnen op.

Enerzijds zullen sommige richtlijnen betrekking hebben op de fysieke ruimte waar de activiteit plaatsvindt. Anderzijds duidt het ook punten aan die de gevoels- of emotionele ruimte beroeren. Beide 'ruimtes' overlappen dikwijls en enkel een volledige toepassing kan een veilige(re), vertrouwde omgeving tot stand brengen. Respect voor elkaars persoonlijke ruimte en wederzijdse toestemming (consent) staan centraal. 

Het is belangrijk om deze richtlijnen of het idee rond veilige(re), vertrouwde omgevingen expliciet te maken in je vereniging. Je kan hiervoor duidelijke en eenvoudige regels voorzien. Daarbij verwijs je best zowel naar de spelregels als naar de gedragsregels binnen je vereniging. Leg ook uit waarom iets wel of niet mag en communiceer open en eerlijk: doe bijvoorbeeld geen beloftes die je niet kan nakomen. Zo weet elke deelnemer zonder twijfel waar die aan toe is en waar die zich tot verbindt door in je vereniging aanwezig te zijn. Vragen of twijfels kunnen en mogen altijd geduid worden, maar duidelijke afspraken en open communicatie vermijden onbegrip. 

Gids safe(r) space binnen je vereniging

In alles wat je vereniging doet staat consent (wederzijdse toestemming) centraal 

  • Als iemand even niet wil spreken is dat helemaal oké.
  • Stimuleer een cultuur van inspraak en respect voor elkaars mening. Laat kinderen en jongeren daarom ook zelf hun zegje doen over de activiteiten. Je zal zien dat het vertrouwen in elkaar en in de groep zal groeien.
  • Geef kinderen de verantwoordelijkheid die ze kunnen dragen. Wil er iets niet lukken? Dan is een schouderklopje of troostende knuffel zeker op z’n plaats.
  • Probeer altijd in te schatten of iemand de emotionele ruimte heeft voor jouw verhaal.
  • Wees je bewust van de (emotionele/psychologische) ruimte die je inneemt.
  • Wie de ruimte wil verlaten, eventjes of permanent, kan dat altijd en zonder gevolgen doen. 

Laat assumpties achterwege in je vereniging.

  • Geef ruimte om iemand correct aan te spreken.
  • Wees open voor de eigenheid van een persoon, probeer niets in te vullen over de identiteit van een persoon zonder dat je daar aanleiding toe hebt.
  • Stel jezelf even voor en benoem jouw voornaamwoorden. Zo kan je gesprekspartner jou meteen op de juiste manier aanspreken. Let op: niet iedereen deelt graag hun voornaamwoorden, ook dat is oké.
  • Spreekt niet iedereen even goed Nederlands of zijn er kinderen met een beperking? Geen paniek: sta paraat om wat extra zorg te verlenen, mocht het nodig zijn.

Ga tijdens en na de werking in je vereniging altijd discreet om met iemands persoonlijk verhaal.

  • Ervaringen delen kan kinderen en jongeren vooruithelpen, maar stel altijd de privacy en integriteit van de ander voorop.

Spreek vanuit jouw eigen ervaring en probeer veralgemening te vermijden.

  • Iedereen heeft een eigen verhaal.
  • Geef genoeg aandacht aan het luisteren in een gesprek.
  • Probeer uitspraken over jouw mening te beginnen met "Ik..." 
Draag jouw steentje bij aan de veilige(re), vertrouwde omgeving.

  • Iedereen die de ruimte binnenkomt, draagt een (gedeelde) verantwoordelijkheid om de omgeving veilig(er) te houden.
  • Hou elkaar ook verantwoordelijk voor het behouden van de veilige(re) omgeving: je kan elkaar bijvoorbeeld aanspreken wanneer je iets opmerkt dat misgaat.
  • Is er iets niet duidelijk of zit je met een vraag omtrent veilige(re) omgeving? Spreek gerust iemand van de organisatie aan.
  • Een fout maken kan gebeuren, bied je excuses aan en probeer het de volgende keer anders te doen.
  • Spreek gerust iemand van de organisatie aan die je kan bijstaan.
  • Je mag de persoon ook zelf aanspreken op een foute handeling of gedrag(suitdrukking). Wees je bewust dat je kunt aangesproken worden door een ander, of de organisatie, over een gemaakte fout.
  • Probeer een open houding te bewaren, we komen er samen uit.
  • Het is altijd een uitdaging om een spel te maken dat iedereen aanspreken. Wees je hiervan bewust tijdens de voorbereiding en zorg voor genoeg afwisseling, op maat van de diversiteit binnen de groep. Besteed telkens aandacht aan volgende zaken:
        • het doel (bv. samenwerken, competitie, ...)
        • het terrein (bv. binnen, in het bos, ...)
        • het materiaal (bv. een harde voetbal, een zachte bal...)
        • de speluitleg
        • eventueel aanpassingen om de hele groep te betrekken 

Binnen de Safe(r) Space is er ook ruimte voor Brave(r) Spaces.

  • De basis blijft liggen bij de safe(r) space of veilige(re) omgeving: veiligheid, rust, enz.
  • Daarop verder bouwend is er een volgende stap en is de ruimte ook bedoeld om bij te leren en te groeien.
  • Dit kan zijn door zelf ruimte in te nemen en te groeien door je verhaal te delen.
  • Dit kan gaan over (leren) luisteren en groeien door op te nemen. Kinderen en jongeren hebben zo hun eigen kijk op de wereld, met bijzondere interesses, fascinaties en vaak ook een opmerkelijke fantasie. Durf als begeleiding hun leefwereld te betreden en laat je mee op sleeptouw nemen! Kinderen zullen je sneller in vertrouwen nemen als je mee wil gaan in hun verhaal.
  • Stiltes zijn altijd toegelaten.
  • Deze ruimte is bedoeld om te proberen, te spreken, te luisteren, te delen, enz. 

Een brave(r) space betekent: een plek waar je uit je comfortzone kan stappen en vrijuit kan spreken, zonder dat daar een oordeel over wordt geveld.

Houdt er rekening mee dat de leefwereld heel verschillend kan zijn van kind tot kind en beïnvloed wordt door tal van aspecten: thuissituatie, persoonlijkheid, eventuele beperkingen, enz. Verhalen van kinderen kunnen soms ook zwaar zijn, dus verlies jezelf niet uit het oog en denk aan anderen die je hierin kunnen bijstaan.

Met deze 3 oefeningen kunnen jullie elkaar nog beter leren kennen en praten over onderwerpen die wat minder evident zijn. Maak op voorhand goede afspraken en rond telkens af met een verbindend moment. 


Oefeningen

Oefening 1: Over de streep

Zoek een plek uit met genoeg bewegingsruimte. Teken met krijt in het midden een lange streep op de grond. Ga met z’n allen aan één kant van de streep staan, en laat de spelbegeleiding een uitspraak doen (bv. “Het is in onze groep niet oké om mopjes te maken over homo’s”). Wie het eens is met de stelling, stapt over de streep naar de andere kant. Herhaal de oefening met verschillende stellingen of situaties waar mogelijk onenigheid over kan zijn. Moedig de groep aan om respect te hebben voor elkaars mening. 

Oefening 2: Privilege walk

Laat iedereen plaatsnemen op één lijn. De spelbegeleiding leest een aantal stellingen voor (bv. “Ik heb al eens een bezoekje aan de dokter uitgesteld om geld te besparen”). Wie het eens is, zet een stap naar voren. In het andere geval zet je een stap naar achteren. Deze oefening maakt duidelijk dat niet iedereen in de groep evenveel kansen krijgt in het leven. Ga met elkaar in gesprek over deze verschillen en probeer jullie in te beelden hoe het moet zijn om in de schoenen van een ander te staan.  

Oefening 3: Safe – Brave – Stress

Teken 3 grote cirkels (waar genoeg personen in kunnen staan) met krijt op de grond:

  • Safe: De situatie lijkt je comfortabel. Bv. Je kan begrijpen hoe iemand zich voelt en bent in staat om hierover met die in dialoog te gaan.

  • Brave: De situatie lijkt je niet helemaal comfortabel, maar je wil wel helpen. Bv. Je kan je moeilijk inleven in iemands verhaal en gevoel. Toch denk je dat je er wel met die over kan praten en beschouw je het gesprek als een kans om te leren en te groeien.

  • Stress: De situatie lijkt je oncomfortabel en je voelt je er niet helemaal goed bij. Tip: schakel in dit geval de hulp in van iemand die je vertrouwt. Bv. Iemands verhaal doet je denken aan iets dat je zelf hebt meegemaakt en maakt je boos of onzeker. Je kan je niet inleven en je vindt het een erg moeilijk gesprek. Je besluit een mede-begeleiding om raad te vragen.
Denk aan een situatie binnen de verenging waarin je je al dan niet ongemakkelijk voelde of waarin je geconfronteerd werd met de kwetsbaarheid van een kind of jongere. Noteer allemaal zo’n situatie en stop alle papiertjes in een pot. Bv. “Iemand vertelde me dat die onzeker is over diens gewicht. De persoon krijgt er regelmatig negatieve reacties over en is bang dat anderen hen uitlachen.” Laat één vrijwilliger een papiertje uit de pot nemen. Neem vervolgens allemaal plaats in een van de cirkels. Praat over jullie gevoel en spoor elkaar aan om in het dagelijkse leven wat vaker in de ‘brave’ cirkel te stappen.