Goede praktijk: Een werking voor meisjes door meisjes!
Goede praktijk: Een werking voor meisjes door meisjes!
Gender - Laagdrempelig jeugdwerk
Girls in the city: een werking voor meisjes door meisjes!
Girls in the City (GITC) is een jeugdwerking die meisjes een kans biedt om op een toegankelijke manier andere meiden te ontmoeten, te groeien en zichzelf te versterken. De nadruk ligt op weerbaarheid, het ontwikkelen van een sterk(er) zelfbeeld, leiderschapsvaardigheden en empowerment.
De werking is specifiek gericht op een diverse mix van meiden, wat we als een troef zien. Door de verschillende nationaliteiten, culturele achtergronden, religies, enzovoort, leren de meiden nadenken over hun eigen overtuigingen en komen ze tot interessante en nieuwe inzichten.
We gingen op bezoek bij GITC Antwerpen daar spraken we af met coördinator Jolien.
Hey Jolien, hoe zijn jullie op het idee gekomen om deze organisatie uit de grond te stampen?
GITC komt voor uit de vrouwenorganisatie YWCA (Young Women Christian Association), die al meer dan 100 jaar bestaat. Het gebouw waar we nu vertoeven had lang geleden ook een jeugdbeweging en er is enorm veel gedaan voor kwetsbare meisjes en vrouwen gedurende oorlogen.
In 2018 zijn we een pilootproject aangegaan rond weerbaarheid met Weerbaar.be waarbij we in drie middelbare scholen rond fysieke en mentale weerbaarheid werkten. Nadien kwamen er nog eens 15 scholen bij.
De conclusie uit de vormingen rond weerbaarheid werden snel duidelijk. Er is een enorme nood om zowel jongens maar vooral meisjes te versterken rond weerbaarheid. De stem van meisjes klonk zo luid tijdens de trajecten. We moeten een plek creëren om die weerbaarheid van meisjes te versterken. De nood was zo hoog in de scholen dat er meer nodig is. Vooral in de OKAN scholen was die vraag er, heel wat meisjes toonden interesse. Zo werd er verder nagedacht om met deze meisjes meer samen te komen, namelijk wekelijks, op een plek onder de noemer: ‘Girls in the City’ met de focus om in te zetten op weerbaarheid. De stad Antwerpen was enthousiast over het idee en voorziet subsidies, via experimenteel jeugdwerk voor drie jaar.
En waarom alleen meisjes?
We werken met OKAN meisjes, een hele kwetsbare doelgroep, één van de meest kwetsbare doelgroepen zelfs. Inzetten op meisjes weerbaarder maken, in een veilige omgeving waarin we met enkel met meisjes en vrouwen samenkomen, is dan ook erg krachtig.
Meisjes empoweren is absoluut nodig. Er is nog veel werk aan de winkel op vlak van dat meisjes ook hun ruimte, hun plek, mogen innemen. Wij zien het versterken van de meisjes, als een belangrijke (eerste) stap en hopen dat dit zich ook vertaalt naar inzichten, het gedrag, enzovoort van jongens.
Een concreet voorbeeld is menstruatiearmoede en menstruatieschaamte, een thema waarrond al een aantal jaar in GITC wordt gewerkt. Dit is evengoed een thema van jongens. Jongens zien dit als een ver van hun bedshow, maar jongens komen er hoe dan ook mee in aanraking. Meisjes moeten kennis hebben over hun lichaam, maar jongens moeten zich er evenzeer van bewust zijn. De jongens hierin meenemen is de volgende stap.
Wie zijn eigenlijk die meisjes?
Het gaat om nieuwkomers of ex-OKAN leerlingen die al een paar jaar in België zijn. Veel meisjes met een migratieachtergrond, verschillende culturen en religies. En dat vertaalt zich ook in ons moni-team. Dat is belangrijk voor onze deelnemers om de moni’s als rolmodellen te zien, en ook het culturele aspect om erkenning te vinden in bepaalde thema’s want het gaat ook om jongeren uit een maatschappelijk kwetsbare doelgroep.
Zo hebben enkelen een vluchtverleden, seksueel en ander geweld meegemaakt, … . Bij GITC komen ze terecht in een veilige omgeving waarin we aandacht hebben voor alle verschillende meisjes, de dynamiek in de groep, een warm onthaal, goede babbels…
Maar er zijn nog zaken waarom jullie louter een meisjeswerking zijn?
Klopt, sommige meisjes mogen komen van hun ouders omdat dit voor ouders oké is omdat ze dan enkel met andere meisjes activiteiten hebben. Daarnaast is het ook echt belangrijk dat we die doelgroep samenbrengen, anders zouden die jongeren misschien nooit de weg naar vrijetijdsbesteding vinden. De doelgroep die we zoeken hebben vaak verplichtingen binnen de familie zoals op hun broers/zussen letten of naar een familiebijeenkomst gaan. Bij jonge nieuwkomers zien we het belang van studeren in het weekend ook heel erg naar boven komen. Daardoor kennen deze meisjes in de stad vaak enkel de weg van huis naar school en zitten ze veel thuis.
Hoe zorg je er dan voor dat ouders die toestemming geven?
Er zijn veel zaadjes die je moet planten en heel intensief werken maar het geeft veel voldoening als de meisjes dan toch komen. Je moet bijvoorbeeld ouders enorm verzekeren dat er geen jongens zijn in de werking. Veel ouders willen hun dochter ook beschermen om verschillende redenen. Ze moeten naar school en dat is heel omlijnend, maar jeugdwerk is erg onbekend. Ouders moeten andere vrouwen vertrouwen dat hun kind in goede handen is en de activiteiten leren kennen. De eerste keer naar de werking is de grootste drempel die eerst ondergegraven moet worden. Maar er zijn nog drempels. Zo vormt ‘vrijetijdsbesteding’ as such een drempel en daarbij vormt vertrouwen de basisregel. We bereiken onze doelgroep nu heel op maat door een gesprek aan te gaan met hen op school, soms rechtstreeks in contact met scholen staan, we hebben een whatsapp met jongeren waarbij ook spraakberichtjes werken om verbindend te werken en die toestemming van ouders te krijgen. Ook veel praten met ouders op school of via huisbezoeken, telefonisch, via een WhatsAppberichtje om heel praktisch uit te leggen en ook te benadrukken dat het gratis is en goed te bereiken is, of via een leerkracht of leerlingbegeleider als tussenpersoon. Zo spreekt een leerkracht met de jongeren op zaterdag aan de schoolpoort af en brengt hen naar de werking (wanneer ze voor een eerste keer komen).
Ook het monitorenteam kan tot een tramhalte gaan om af te spreken met een of meerdere jongeren om zo samen te komen. Puur de locatie en de weg ernaartoe vinden veeg je dan als drempel weg. Bovendien garandeer je de ouders dat dit veilig kan.
Hoe zien jullie zaterdag activiteit eruit?
Onze activiteit start altijd met weerbaarheidstraining. Dat kan een boksles zijn, oefeningen rond grenzen, gronden, focus, ademhaling, … of gefocust op mentaal welzijn. Bij nieuwe meisjes die komen maken we ook uitgebreid tijd om kennis te maken met een warm onthaal. Er komen ook jongeren later toe dus de weerbaarheidstraining is zo ook een buffermomentje. Het thema weerbaarheid blijft verweven in de activiteit, maar we combineren dat ook met fun. Zo gaan we de stad in, naar een park, op uitstap, of doen een wandeling. We spelen ook gezelschapspelletjes of jeugdbewegingsspelletjes. Tegen het einde van de examens in de winter gingen we schaatsen of we gaan eens naar een andere jeugdwerking. We verzamelen bijna altijd in ons huis, waar ook een groot deel van onze activiteiten doorgaat.
En wat doen jullie nog?
Op woensdag hebben we instuif, dan kan iedereen komen en gaan wanneer die wil. Ons huis wordt opengesteld tussen 12uur en 17uur om samen thee te drinken, de wifi te gebruiken… Er worden ook heel veel tiktoks gemaakt, spelletjes gespeeld maar huiswerk maken en/of studeren, al dan niet gebruikmakend van een laptop die beschikbaar wordt gesteld, kan ook. We voorzien altijd snacks en drinken. Tegenwoordig zijn we tijdens de instuif ook bezig met het inrichten van ons nieuw clublokaal dat we het ‘clubhuis’ noemen en kunnen ze samen hun eigen plek maken.
In de zomer hebben we zomeraanbod met als hoogtepunt een week naar de Ardennen waar we een hele week in de natuur ons amuseren. Je merkt dat ze zich dan echt op hun gemak voelen en dat er taboedoorbrekende gesprekken worden gevoerd. Het is dé kans om vragen die ze hebben, bijvoorbeeld over hun eigen lichaam, te stellen. Zo werd er op hun vraag een keertje uitgebreid uitgelegd hoe bevallen juist gaat. Ze willen dan alles exact weten. Ook op ons kamp focussen we op weerbaarheid zoals Archery tag, plankjes leren doorslagen of workshops rond identiteit. Er komt ook nog een kamp reünie en ook in de zomer nog een aanbod tweewekelijks.
Hoe tracht je het kamp zo laagdrempelig mogelijk te maken?
Voor het kamp vragen we 25 euro en zelfs als het dan nog te veel is zoeken we een oplossing. De moni’s zijn zo begaan dat ze soms bijleggen voor een jongere zodat iedereen mee kan. Het doel is om iedereen ook vooraf te leren kennen zodat je de groep zo goed mogelijk kent. Als een meisje iemand leert kennen een week voor het kamp kan die ook nog meegaan maar het is heel situationeel wat mogelijk is.
Wat zijn momenteel nog uitdagingen voor Girls in the City?
Langdurige verbintenissen aangaan met onze deelnemers is niet altijd makkelijk want ze zitten tussen familiale verplichtingen (feestjes/broers/zussen) versus hun keuze aan vrijetijdsbesteding. Er is een spanningsveld tussen wat van familie moet en de keuze om hun vrije tijd zelf in te vullen.
We zijn blij met onze vaste kern, maar vinden het ook oké dat we sommige jongeren enkele weken niet zien en dan plots terugkomen. Tijdens de examens merk je veel afwezigheid door die examenstress. Examenstress en druk voelen om te presteren speelt enorm bij veel jongeren, maar er zit nog een laagje extra bij nieuwkomers in de taal en zich moeten bewijzen.
Sommige jongeren zetten ook in onze werking hun eerste stapjes in het beleven van vrijetijdsbesteding / jeugdwerk en zijn dan vervolgens weer weg omdat ze elders een hobby of vrijetijdsbesteding vonden.
Bij nieuwkomers is het ook aftoetsen of ze alles begrijpen en moni’s zullen soms ook vertalen wat een activiteit inhoudt. Dat is handig aan meertalige moni’s te hebben en desnoods behelpen we ons met Google translate. Ze leren ook echt veel Nederlands bij ons en daar moeten we ook in blijven investeren dat iedereen alles zoveel mogelijk begrijpt.
Onder de meisjes merk je ook veel psychische noden. Een groot aandeel van de meisjes met psychische kwetsbaarheid vertellen veel over hun situatie en mentaal welzijn tegen de moni’s. Soms krijgen ze het gevoel dat ze ‘psycholoog’ moeten zijn en dat is niet evident omdat ze die achtergrond niet hebben. Daarom focussen we vooral op het hebben van een fijne tijd. En als het te moeilijk wordt om te kunnen bieden wat zij nodig hebben gaan we externe hulp zoeken en doorverwijzen. Zo sta ik (Jolien) in contact met de leefgroepen van de meisjes of een psycholoog.
Hoe creëren jullie binnen jullie werking een safe(r) space?
De moni’s die dit met heel veel passie en liefde doen creërt die safe(r) space enorm. Ze gaan in verbinding en laten voelen dat ze heel blij zijn met iemands komst en degene die niet komen worden ook oprecht gemist, dan houden we actief contact via WhatsApp. Er is een groot warm bad, waar veiligheid en vertrouwen het hoogste goed is. Ook hulp bij studies en examens of het vinden van een studentenjob horen er allemaal bij.
Er zijn veel religieuze en culturele invloeden en dat is super uitdagend. Safe space betekent voor ons dat de vrijheid van de één, geen restrictie voor de ander mag zijn. Hiermee bedoelen we dat er vooral respect moet zijn voor verschillen die er zijn en mildheid rond onwetendheid. Dit kan bijvoorbeeld gaan over seksuele geaardheid en genderidentiteit, over verschillende uitingen en belevingen van religie, … . Je kan bijvoorbeeld vragen stellen die misschien minder voor de hand liggend zijn zolang het respectvol is.
Door de inspraak bij de inrichting van ons clubhuis, maar ook samen activiteiten evalueren of input geven voor nieuwe spelen en activiteiten en die ter harte nemen draagt voor ons ook bij aan de safe(r) space. Langzaam geven we de jongeren meer zeggenschap over hoe de dingen eraan toegaan, zodat de werking echt van hen wordt.
Bedankt voor het interview.