Home

Meisjeswerkingen

Meisjeswerkingen

Gender - Laagdrempelig jeugdwerk

Het belang van meisjeswerk

Er zijn al veel inspanningen geleverd om meisjes meer te betrekken in het jeugdwerk. Meisjeswerkingen zijn daar een goed voorbeeld van. Ondanks die inspanningen blijft het recht op vrije tijd voor deze doelgroep onder druk staan. Meisjes zijn vaak ondervertegenwoordigd in het gemengd jeugdwerk, waardoor meisjeswerkingen een belangrijke rol spelen in het creëren van een veilige en toegankelijke plek voor die meisjes.

We bekijken de drempels en noden die meisjes ervaren en ook hoe meisjeswerk daarop inzet. Dat kan een inspiratiebron zijn om daar zelf mee aan de slag te gaan. Daarnaast is het ook een manier om de kracht van meisjeswerk te belichten en aan te tonen waarom het werk dat ze doen zo belangrijk is.  

Drempels die meisjes ervaren in de vrije tijd  

Als je het hebt over de toegankelijkheid van vrije tijd, is het belangrijk om de 7 B’s mee te nemen en daarop in te zetten. Voor meisjes zijn er naast die 7 B’s nog extra drempels die erbij komen. 

Het gaat hier over drempels die meisjes ervaren in de vrije tijd, het is dus ruimer dan enkel het jeugdwerk. Ook hier is intersectionaliteit een belangrijk aandachtspunt: sommige meisjes zullen meer drempels ervaren dan anderen, door de kruispunten waarop ze zich bevinden. Zo zullen bijvoorbeeld tienermoeders andere noden hebben dan meisjes met een migratieachtergrond. Hieronder worden enkele vaak voorkomende drempels uitgelicht.  

1. Meisjes in de publieke ruimte 

Meisjes zijn veel minder aanwezig in de publieke ruimte, waardoor ze hun vrije tijd ook minder snel zelf invullen als ze niet aan georganiseerde vrije tijd doen.  

Meisjeswerkingen proberen hierop in te zetten door outreachend te werken. Als ze minder snel hun eigen vrije tijd invullen, is het belangrijk om ze wel tot bij de organisaties te krijgen. Ze gaan op zoek naar de meisjes op plaatsen waar ze vaak aanwezig zijn, zoals school en bushaltes. Daar vertellen ze de meisjes over de organisatie en proberen ze de meisjes tot in de werking te krijgen. Als de meisjes eenmaal in de meisjeswerking zitten, zetten meisjeswerkers ook in op talentontwikkeling. Ze gaan op zoek naar de talenten van de meisjes en verwijzen hen ook door naar andere organisaties waar ze die talenten verder kunnen ontwikkelen.

2. Onveiligheidsgevoel

Meisjes voelen zich vaak onveilig als ze zich alleen buiten moeten begeven. Ze durven bijvoorbeeld niet alleen naar het jeugdhuis te fietsen (zeker in het donker), of ze moeten een ‘veiligere’ omweg nemen. Ook jongens die verzamelen aan een ingang of meisjes die eerst een andere ruimte door moeten kan intimiderend zijn en een drempel vormen.  

Meisjeswerkingen proberen voor de meisjes een ruimte te creëren waar ze zich veilig en thuis voelen. Bovendien zorgt meisjeswerk ervoor dat ze een netwerk opbouwen. Ze leren nieuwe mensen kennen en er ontstaan nieuwe vriendschappen. Zo kunnen de meisjes bijvoorbeeld samen fietsen van en naar de werking, wat hen al een veiliger gevoel geeft.  

3. Bezorgde ouders

Dat onveiligheidsgevoel speelt ook bij de ouders. Ze zijn heel bezorgd over hun dochters, waardoor ze vaak ook beschermend zijn en hun dochter bijvoorbeeld niet toelaten om alleen te fietsen in het donker.  

Meisjeswerk zet heel hard in op de vertrouwensband met ouders. Ze doen dit door ouders op de hoogte te houden en te betrekken. Als er vertrouwen is in de organisatie of jeugdwerkers, laten ouders hun dochters sneller toe om naar de organisatie te gaan. 

4. Eerste stap zetten

Het kan moeilijk zijn om de eerste stap te zetten naar een aanbod, zeker als ze dit alleen moeten doen.

Ook hier speelt het outreachend werk een belangrijke rol. Op die manier zet de meisjeswerker de eerste stap naar de doelgroep en niet omgekeerd. Als vriendinnen samen worden aangesproken, kunnen ze ook samen de eerste keer naar de werking gaan.  

5. Schaamte/het niet kunnen bespreken van sommige thema’s

Er zijn bepaalde thema’s, zoals menstruatie en relaties, waar meisjes niet over spreken als er jongens bij zijn, omdat ze zich niet veilig of comfortabel voelen.  

Meisjeswerkingen zijn voor meisjes vaak een veilige omgeving. Waar ze zichzelf kunnen zijn, comfortabel zijn en waar ze net wel over die thema’s kunnen praten. Enerzijds omdat ze zich veilig en comfortabel voelen. Anderzijds omdat andere meisjes vaak hetzelfde meemaken en ze zo kunnen uitwisselen over hun ervaringen, wat er ook voor zorgt dat ze zich erkend voelen.  

Ook als gemengde jeugdwerking kan je hier op inzetten, door bijvoorbeeld het gesprek op te starten. Als je merkt dat sommige onderwerpen toch te gevoelig zijn, kan je voor die gesprekken de groep ook even opsplitsen. Op die manier is de jeugdwerking wel een plaats waar ze op een veilige manier over die thema’s kunnen praten.

6. Huishoudelijke taken

Er wordt vaak nog van meisjes verwacht dat ze een helpende of zorgende rol opnemen. Ze letten bijvoorbeeld op jongere broertjes of zusjes of nemen andere huishoudelijke taken op zich. 

Sommige meisjeswerkingen bieden hier ook ruimte voor, zo kunnen ze bijvoorbeeld jongere broertjes of zusjes meenemen, waardoor ze wel nog naar de werking kunnen komen.

7. Kledingvoorschriften 

 Dit is een drempel die vooral moslima’s ervaren. Ze voelen zich soms niet comfortabel bij het uniform van sommige werkingen, of haken af als ze geen hoofddoek mogen dragen. 

Bij de meisjeswerkingen kunnen meisjes zichzelf zijn en dragen wat ze willen. Daardoor voelen ze zich ook erkend, veilig en comfortabel. Veel meisjes zien een meisjeswerking als een veilige omgeving waar ze hun hoofddoek zelfs af kunnen zetten.  

8. Broers of kennissen bij de jeugdwerking

Meisjes zijn op zoek naar een plek waar ze zichzelf kunnen zijn en waar ze vrij zijn. Dat vinden ze vaak moeilijker als er broers of kennissen in dezelfde werking zitten. 

Doordat er geen jongens bij de meisjeswerking zijn, is de kans een stuk kleiner dat ze op deze drempel botsen.  


Noden van meisjes 

Naast de drempels zijn er ook een aantal noden. Die noden zijn er waarschijnlijk ook voor andere doelgroepen, maar het is voor meisjes vaak moeilijker om aan die noden te voldoen. Het vraagt dus wat extra aandacht om die noden voor meisjes te vervullen. 

 1. Een eigen plek 

Meisjes hebben nood aan een eigen plek die ze als veilig ervaren. Een plek waar ze gewoon kunnen zijn, zich thuis voelen en waar gezelligheid gecreëerd wordt. 

 De meeste meisjeswerkingen bieden meisjes een eigen ruimte die ze niet moeten delen met andere werkingen. Zo kunnen ze die ruimte ook zelf vorm geven en ervoor zorgen dat ze zich veilig en thuis voelen. 

Als er geen mogelijkheid is tot een eigen ruimte, kan het helpen om samen met de meisjes na te denken over wat de ruimte nodig heeft en hoe ze die willen inrichten. 

2. Zichzelf zijn en ontwikkelen 

Ze hebben nood aan een plek waar ze zichzelf kunnen zijn en zichzelf kunnen ontwikkelen. 

Meisjeswerk creëert een veilige omgeving, waardoor ze ook een plek kunnen creëren waar meisjes zichzelf kunnen zijn. Door het creëren van een veilige omgeving, creëer je ook een plek waar ze kunnen ontdekken wie ze zijn, zichzelf kunnen zijn en zichzelf ook kunnen ontwikkelen. Zonder dat ze rekening moeten houden met verschillende verwachtingspatronen van buitenaf. Hier kan je als jeugdwerking op inzetten door te werken aan een safe(r) space. 

3. Erkenning 

Meisjes willen ergens bij kunnen horen en erkenning krijgen voor wie ze zijn of wat ze doen. 

Het feit dat de meisjes een eigen plek of momenten waarop ze samenkomen hebben, geeft hen al veel erkenning. Ze voelen dat ze belangrijk zijn en dat er aandacht naar hen gaat. 

Eerder werd al aangehaald dat meisjeswerkers op zoek gaan naar de talenten van de meisjes en ze indien mogelijk doorverwijzen, maar ook het erkennen van die talenten is heel belangrijk. Door de talenten te benoemen of te faciliteren, voelen ze zich erkend en groeit het zelfvertrouwen van de meisjes. Als je bijvoorbeeld ziet dat één van de jongeren vaak foto’s maakt, kan je hen het fototoestel lenen en vragen om foto’s te maken tijdens een activiteit. 

4. Rolmodellen 

Meisjes hebben nood aan rolmodellen waar ze ook zichzelf in herkennen. Het is belangrijk dat die voorbeeldfiguren dus een representatie van de samenleving zijn. 

 Meisjeswerkers zijn vaak vrouwen, wat er sowieso al voor zorgt dat meisjes zich sneller in hen herkennen. Bovendien zorgt de vertrouwensband en het feit dat ook de meisjeswerkers zich soms kwetsbaar opstellen ervoor dat de meisjes echt naar hen opkijken. Het is als jeugdwerking dus belangrijk dat je jeugdwerkers divers zijn en ze een band opbouwen met de jongeren. 

5. Inspraak 

Meisjes moeten niet gezien worden als jongeren die geholpen moeten worden. Ze hebben nood aan een plaats waar ze iets te zeggen hebben. Op die manier zijn ze niet enkel participant, maar kunnen ze het aanbod ook mee vorm geven. 

Meisjeswerkers leggen veel in de handen van de meisjes. Ze laten ze mee nadenken over de werking, de activiteiten, de inrichting van de ruimte, enz. Dat zorgt er ook voor dat het aanbod aantrekkelijker is voor meisjes van hun leeftijd. 

6. Een luisterend oor 

Er zijn bepaalde thema’s, zoals relaties en menstruatiearmoede, waar meisjes op veel plaatsen (bijvoorbeeld thuis of op school) niet over kunnen of durven praten. Ze zijn dus op zoek naar een plaats waar ze hun verhaal kunnen vertellen en waar iemand naar hen luistert. 

 Meisjeswerkers bieden dit luisterend oor, maar als de meisjes zich veilig en comfortabel voelen, zullen ze hier vaak ook met elkaar over in gesprek gaan. Dat maakt het nog sterker, omdat ze zo van elkaars ervaringen kunnen leren, waardoor meisjeswerk ook inzet op empowerment. 

7. Vertrouwen 

De meisjes moeten vertrouwen hebben in de jeugdwerker en de andere jongeren in een werking. Dat vertrouwen is nodig om zich veilig te voelen en zich kwetsbaar op te kunnen stellen. Het is ook belangrijk voor de meisjes dat de ouders vertrouwen hebben in de organisatie en/of in de jeugdwerker, zo krijgen ze vaak meer vrijheid. 

De vertrouwensband tussen de meisjes en meisjeswerker en de meisjes onderling is zeer belangrijk. Als je inzet op elkaar leren kennen en elkaar leren vertrouwen, is het ook veel makkelijker om daarna ook op al de rest in te zetten. 


Kracht van meisjeswerk 

Meisjeswerk zet sterk in op de drempels en noden die meisjes ervaren, dat is wat hen zo krachtig maakt. Bovendien zetten ze in op politiserend werken. De meisjes delen hun ervaringen, maar ze kunnen hier ook echt mee aan de slag gaan. Zo komen ze bijvoorbeeld op voor vrouwenrechten en meisjeswerk. Tijdens de Internationale Vrouwenmars op 8 maart in Gent gingen meisjes en meisjeswerkers samen de straat op. Op het einde eisten de meisjes meer structurele middelen voor het meisjeswerk. 

Belangrijke lessen voor het jeugdwerk 

Hoewel meisjeswerk dus heel wat sterk werk levert, krijgt het ook nog veel kritiek. Zo is het volgens sommigen een gevolg van de islamisering in ons land en bestaat meisjeswerk alleen omdat moslima’s dat willen. Anderen vinden dan weer dat het discriminatie en/ of segregatie is. De meisjes worden weggehouden van de rest van de samenleving en jongens worden uitgesloten. Daarnaast zijn er veel stemmen die roepen dat het niet meer nodig is. Volgens hen is er geen sprake meer van genderongelijkheid en is meisjeswerk daarom een achterhaald idee. Tot slot heb je nog de jongens die zich afvragen waarom meisjes een aparte ruimte krijgen en zij niet. Wat er ook voor zorgt dat gemengde werkingen vaak nog meer geclaimd worden door jongens. 

Meisjeswerkers moeten zich hierdoor vaak nog bezighouden met het verdedigen van meisjeswerk. Daar kruipt veel tijd en energie in die ze liever steken in de zaken die meisjeswerk net zo krachtig maken. 

Naast de kritieken botst het meisjeswerk op obstakels. Het grootste obstakel is het gebrek aan structurele middelen en tijd. Meisjeswerk moet vaak middelen delen met andere werkingen, als er bespaard moet worden is de meisjeswerking vaak de eerste die sneuvelt. Bovendien wordt meisjeswerk vaak als project gezien, waardoor ze projectsubsidies krijgen en geen duurzaam werk kunnen leveren. Daarnaast zijn meisjeswerkingen vaak niet bekend bij de doelgroep. Ze weten bijvoorbeeld dat er een jeugdwerking is, maar niet dat er een meisjeswerking is. Tot slot valt het op dat meisjes vaak afhaken vanaf een bepaalde leeftijd. In de kinderwerking worden er meer meisjes bereikt dan in een jongeren- of meisjeswerking. 

Conclusie

Als jeugdwerk zetten we in op inclusiviteit en willen we ervoor zorgen dat het brede jeugdwerklandschap alle doelgroepen kan bereiken. Meisjes zijn één van die doelgroepen. Het meisjeswerk levert sterk werk en zorgt er voor dat veel meisjes hun weg vinden naar het jeugdwerk, meisjes die anders misschien niet bereikt zouden worden. 

Het is daarom belangrijk om te blijven inzetten op meisjeswerk. Creëer meisjeswerkingen als je voelt dat daar in jouw stad of gemeente nood aan is. Bovendien moeten we samen de kracht van het meisjeswerk meer belichten. We moeten streven naar een tijd waar meisjeswerk zichzelf niet meer moet verdedigen, waar iedereen inziet wat voor sterk werk ze leveren. Dat kan het meisjeswerk niet alleen. Ook het brede jeugdwerk moet die boodschap mee verspreiden en mee eisen voor structurele middelen. 

Het meisjeswerk is zeer krachtig en het is een goede manier om meisjes te betrekken in het jeugdwerk, maar het is belangrijk om in elke werking oog te hebben voor de drempels en noden van meisjes. Sommige drempels en noden vragen kleine aanpassingen. Als elke werking voor zichzelf nadenkt welke concrete acties ze zouden kunnen ondernemen, kunnen we samen het jeugdwerk veiliger en opener maken voor meisjes. Zo kunnen meisjes ook zelf de keuze maken of ze naar een gescheiden of gemengde werking gaan.