Home

Smossen in de bossen met JNM en Bizon

Smossen in de bossen met JNM en Bizon

Ontmoeting opzetten

JNM en BIZON sloegen de handen in elkaar en gingen samen op kamp. Ze kozen voor een focus op rust en kleinschaligheid, met tegelijk aandacht voor verbinding en keuzevrijheid.

JNM en BIZON gaan samen op weekend 

In mei 2016 organiseerden JNM en BIZON samen een weekend. In enkele dagen konden de kinderen een idyllisch stukje Kempische natuur redden van een snode betonboer… maar met hun weekend samen schreven beide organisaties toch ook een klein stukje jeugdwerkgeschiedenis. Hannes Vanhee was toen vrijwillige kampleider. Samen met Fabian Botterman, toenmalige stagiair bij JNM, bokste hij het weekend in elkaar. Fabian werkt ondertussen voor het Vrijetijdspunt van vzw Oranje. Nu blikt Hannes terug op die ervaring en wat er ervan overblijft.  

Hoe kwam de samenwerking tot stand? 

BIZON is vooral bekend van z’n zomerkampen, maar in die periode experimenteerden we ook met een activiteitenaanbod tijdens het schooljaar. We organiseerden eendagsactiviteiten, maar zonder al te veel succes. Het bleek een te grote investering voor ouders of voor voorzieningen om de jongeren te brengen voor een activiteit van zo’n vier uurtjes. Zo kwamen we op het idee om weekends aan te bieden. In die periode deelden JNM en BIZON een kantoor in Gent. Het klikte tussen de toenmalige coördinator van JNM en de vrijwillige voorzitter van BIZON. Op café kwamen ze op het idee om samen een weekend te organiseren met de lumineuze titel ‘smossen in de bossen’. 

Hoe geraakte je zelf bij het project betrokken? 

Het weekend werd opgenomen in onze brochure en de BIZON-vrijwilligers konden zich opgeven als begeleider. Ik zag dat weekend wel zitten en had me kandidaat gesteld als animator. Toen kreeg ik de vraag om kampverantwoordelijke te worden. We mikten op een twintig deelnemers van 7 tot 12 jaar, 10 van elke organisatie, en een gemixte ploeg van 6 begeleiders en een kok. Samen met Fabian, die toen stage liep bij JNM, heb ik het weekend voorbereid.   

Hoe liep die voorbereiding concreet? 

Ik heb eind januari een eerste keer samen gezeten met Fabian voor een verkennend gesprek. Hoe werkt BIZON, hoe werkt JNM? Wat doen jullie, wat doen wij? Wat zijn typische activiteiten? Hoe ziet jullie structuur eruit? We gingen echt tot in de details. Probleem was wel dat Fabian stage liep bij JNM en zelf ook niet zo vertrouwd was met de werking van JNM. Hij moest vaak terugkoppelen en bijkomende info vragen en dat vertraagde het proces wel in het begin. Maar aan de andere kant had hij als stagiair wel voldoende tijd om dingen uit te zoeken en voor te bereiden.  

Bovendien konden we terugvallen op de structuur die BIZON doorheen de jaren heeft ontwikkeld voor haar kampen. We werken met drie duidelijke functies: kampleider, hoofdleider en animator. Dat zorgt voor een duidelijke taakverdeling. De kampleider en de hoofdleider zijn verantwoordelijk voor het kamp: ze stellen de planning op, leggen de activiteiten vast … De kampleider staat in voor de praktisch-organisatorische kant en de hoofdleider stuurt de activiteiten en de inkleding aan. De animatoren geven creatieve invulling aan de activiteiten en zijn voortdurend bij de deelnemers als begeleider. We hebben die structuur ook gebruikt voor het weekend: Fabian werd hoofdleider en ik werd kampleider.

In de aanloop hebben we ook een voorbereidingsmoment georganiseerd met de hele ploeg. Het klikte wonderwel. Eén van de JNM-vrijwilligers gaat zelfs nog altijd mee met BIZON op kamp. Samen hebben we echt een tof programma in elkaar gestoken, vol met activiteiten die ik alvast nog nooit had gedaan: natuurbehoud als thema nemen, een spel over biodiversiteit, een fakkeltocht voor het behoud van het kamphuis, muizen vangen, vlinders lokken met een lichtbak … Met de hele ploeg zijn we een dag vroeger vertrokken om de omgeving te verkennen en de activiteiten praktisch voor te bereiden. En tijdens het weekend zelf hadden we elke avond een vergadering met de ploeg. 

Hoe liepen de inschrijvingen? 

Dat liep minder. De nationale werking van JNM werkt niet zoals een afdeling en had dus geen direct contact met de doelgroep van het weekend. Ook bij BIZON liep de weekendformule niet echt storm. Vaak valt er een feestdag in zo’n verlengd weekend en opvoeders staan er niet op te springen om dan jongeren te brengen of te halen. Hadden we de deelnemers zelf opgepikt aan de voorziening, hadden we wel 10 deelnemers gevonden. Maar ook JNM haalde het vooropgestelde doel niet. Achteraf gaf dat wel een onvoldaan gevoel. Het weekend was erg tof om te doen, er heerste een erg leuke sfeer, maar we hebben niet helemaal bereikt wat we voor ogen hadden. Ik denk dat we uiteindelijk met 9 JNM’ers en 3 deelnemers van BIZON zijn vertrokken. Het kamphuis en begeleidingsploeg waren naar verhouding veel te groot en dat voelde wel wat vreemd aan in het begin. 

Maar onze jongeren hebben wel dubbel en dik genoten van de rust in de groep. Gewoonlijk gaan we op kamp met grotere groepen en is de sfeer veel drukker. Door de samenwerking kwamen we ook op een aantal goeie vondsten. Zo is het einde van de maaltijd bij BIZON altijd een moeilijk moment. Sommige jongeren zijn al klaar met eten maar moeten toch aan tafel blijven zitten tot iedereen klaar is. Dat zorgt voor onrust en de animatoren moeten echt alles uit de kan halen om iedereen aan tafel te houden. Plots stond één van de begeleiders van JNM recht en begon strips uit te delen aan wie gedaan had met eten. Dat paste niet echt in mijn hoofd en in de vaste structuur van BIZON, maar het werkte wonderwel. Ik heb zelfs gebeld met één van onze bestuurders om te melden hoe opmerkelijk gemoedelijk alles verliep. Die kleinschaligheid, daar willen we met BIZON meer naartoe. 

“Door de keuzeactiviteiten spreek je verschillende interesses en talenten aan en kan je de deelnemers laten proeven van allerlei verschillende activiteiten. "

Was er tijdens het weekend een scherp onderscheid tussen de kinderen? 

Nee. De deelnemers van JNM kenden elkaar ook niet allemaal - ze kwamen uit verschillende afdelingen - en dat werkte in ons voordeel. De kinderen speelden gewoon samen, zonder onderscheid, ook in de keuzeactiviteiten. Want zelfs met zo’n kleine groep bleven we keuze-activiteiten aanbieden. Het werkt nu eenmaal goed om kinderen keuzes te geven. Je spreekt verschillende interesses en talenten aan en je kan de deelnemers laten proeven van verschillende activiteiten. Ook is het praktischer om met een kleine groep een bezoek te brengen aan een boerderij in de buurt of als je maar beperkt materiaal voor handen hebt.

JNM kon z’n stempel drukken op de activiteiten en dat was verrijkend voor jullie. Heeft BIZON ook aan JNM nieuwe dingen geleerd? 

Toch wel. De thema’s en de invulling van de activiteiten waren typisch voor de JNM, maar ik heb die activiteiten nog eens door de BIZON-molen gehaald. Voor onze jongeren is het belangrijk om een duidelijke structuur en voorspelbaarheid in de activiteiten te brengen. Ook waren er nog een aantal extra spelelementen nodig zoals een duidelijk doel en een slechterik. Pure natuurbeleving of natuurverkenning op zich is voor onze jongeren net niet boeiend genoeg. Het kan een belangrijk ingrediënt zijn van een activiteit, maar niet het enige. Verder hebben we ook een aantal typische BIZON-activiteiten op het programma gezet, zoals baseball volgens de duidelijke BIZON-regels. 

Je moet weten, 80% van onze jongeren verblijft in de Bijzondere Jeugd. Daar heerst een duidelijke structuur en de jongeren zijn dat ook gewoon. Neem die structuur weg en er ontstaat onzekerheid en onrust. Daarom dat we in onze kampen voldoende duidelijkheid moeten bieden: in de activiteiten maar ook in de verschillende taken en rollen van de begeleiders. Onze taakverdeling komt nogal hiërarchisch en schools over, maar dat heeft zo z’n redenen. Onze deelnemers zijn gewoon om binnen de instelling te knokken voor een beetje aandacht.

Op onze kampen proberen we extra veel positieve aandacht te geven en voorzichtig om te springen met opmerkingen of straffen. Animatoren en deelnemers leven een week lang intens samen. Dat zorgt soms voor spanning en frictie. De deelnemers weten na een tijdje op welke knoppen ze moeten duwen bij hun begeleiders om een reactie uit te lokken. Dan helpt het wanneer een hoofdleider of een kampleider met meer pedagogische ervaring kan bijspringen in een conflict of bij agressie. Liefst staan we de animator gewoon bij, maar soms moeten we tussenkomen. We bouwen ook bewust wat afstand in tussen de deelnemers en de hoofdleider en de kampleider. Als zij er worden bij geroepen, dan moet het wel ernstig zijn.

Als al die randvoorwaarden in orde zijn, ontstaat er ruimte voor plezier en ontspanning. Kinderen die gewoon zijn dat alles goed geregeld is, nemen die ervaring mee naar elke nieuwe gelegenheid en bouwen daarop verder. Maar voor de kinderen die wij bereiken, moeten we extra zorg bieden aan die omkadering. Dat samen met onze positieve benadering vormt de kern van onze werking. We zien onszelf als de gastheer en we nodigen de jongeren uit op een feest. Sommige gasten vinden vlot hun weg op het feest en andere niet. Dan is het je taak als gastheer om die gasten extra in de watten te leggen.

Heb je de vrijwilligers van JNM ook op voorhand meegenomen in die filosofie? 

 Naast de structuur hebben we op het weekend het dagschema van BIZON gebruikt. Zo zijn activiteiten die langer dan twee uur duren niet haalbaar voor onze jongeren. Een aantal belangrijke waarden van JNM werden ook opgenomen, zo was het eten vegetarisch en biologisch. Een bezoek aan de Olmense Zoo was ook niet echt een optie. En zo kwamen we langzaam tot een uitgewerkt programma. Dat schreven we uit in een gedetailleerd draaiboek, nog zo’n typische eigenschap van BIZON. 

Als je een stevige structuur op poten zet, moet je dan de begeleiders op voorhand pedagogisch voorbereiden? Hebben jullie de animatoren van JNM bepaalde richtlijnen meegegeven? 

We hebben bewust de deelnemers pas op vrijdag laten komen. Hadden we enkel met BIZON een weekend gedaan, dan hadden we de deelnemers al op donderdag laten toekomen. Maar nu hadden we een volledige dag ter plaatse om voor te bereiden. Op donderdag hebben we vanuit BIZON vorming gegeven: eerst nog eens een kennismaking tussen de begeleiders en dan twee pedagogische vormingen, eentje over de gedragskenmerken van de ‘BIZON-deelnemer’ en de verschillen met andere kinderen. 

We gaven achtergrondinfo over ‘armoede’ en ‘bijzondere jeugdzorg’. Zo konden we het verband leggen met de structuur die we hanteren en onze pedagogische aanpak van straffen en belonen en omgaan met grensoverschrijdend gedrag. De begeleiders van JNM wisten dat deze vorming op het programma stond en stonden hier ook voor open. Daarna hebben we nog wat praktische voorbereidingen getroffen. Het was zeker geen overbodige luxe om een dag vroeger af te spreken.  

Was de begeleiding dan ook echt beter voorbereid? Of jaag je begeleiders onnodig schrik aan? Neem je de spontaneïteit niet te veel weg en maak je de BIZON-deelnemers op die manier niet specialer dan ze zijn?

Als de begeleiders beschikken over de nodige knowhow - zelfs al is die maar basic – dan merk je toch een verschil. Als er iets gebeurt, dan zijn de begeleiders beter voorbereid en je beschikt over een gedeeld kader om situaties te bespreken. Soms komt het BIZON-trekje naar boven bij onze jongeren. Wie daar niet mee vertrouwd is, schrikt en kan het gedrag moeilijk plaatsen. In dat geval kunnen we verwijzen naar de vorming als een gezamenlijke basis om het gedrag te begrijpen en erop te reageren. Dat bevordert het gesprek. 

Als het kader ontbreekt, is het voor iedereen lastig om na een lange, zware dag vol activiteiten, nog een hele duiding mee te geven. Ook de deelnemers ervaren meer veiligheid als de begeleiding dezelfde aanpak hanteert. Deze aanpak voorkomt dat situaties escaleren, wat er op zijn beurt voor zorgt dat we de ‘schade’ aan beide kanten kunnen beperken. Het gezamenlijk kader geeft jonge begeleiders ook een bril om te leren van ervaren begeleiders. Ze kunnen onderling uitwisselen en ze kunnen snappen waarom iemand kiest voor een bepaalde aanpak.   

Lag de leefwereld ver uiteen, zowel tussen de deelnemers als tussen de begeleiding? 

Op voorhand heb ik daar hard mee ingezeten, maar eigenlijk viel het goed mee. De deelnemers en begeleiders vanuit JNM waren zeker niet allemaal ‘die hard’ natuurliefhebbers. En zelfs al was de opzet niet 100% je ding, door de keuzevrijheid en de spelelementen die we hebben toegevoegd, kon iedereen wel zijn of haar gading vinden in het aanbod.  

Heb je nooit gedacht: zoveel extra energie voor één weekend?

Het weekend op zich was echt super. Mooie plek, schitterend weer, fijne groep, tof programma … Ik zou het zo opnieuw doen. Maar er kruipt meer energie in dan in een activiteit die we op eigen houtje doen. Ik heb ook veel ondersteuning gekregen vanuit het secretariaat van BIZON, de activiteit leefde echt bij ons. We hebben dat weekend met veel zorg voorbereid. Maar ik had de indruk dat de betrokkenheid bij JNM lager lag. Tijdens de evaluatie achteraf bijvoorbeeld was enkel Fabian aanwezig. En toen zijn stage afgerond was, is er geen opvolging meer gekomen. Misschien hebben wij het weekend organisatorisch en pedagogisch te sterk naar ons toe getrokken? Maar dat werd op die moment ook dankbaar aanvaard … 

Een duurzame samenwerking hebben we niet uitgebouwd. BIZON organiseert nauwelijks nog weekends en ondertussen is JNM verhuisd naar een ander kantoor. Er zijn ook wissels bij bestuurders en beroepskrachten … En misschien ligt onze betrokkenheid op deze jongeren anders dan bij andere jeugdwerkorganisaties. Jeugdwerk blijft vrijwilligerswerk natuurlijk. Ook bij BIZON is ons engagement als vrijwilliger erg flexibel. Er zijn allerlei gekke, spontane en last-minute initiatieven mogelijk. Ik vermoed dat dit bij andere jeugdwerkingen ook het geval is. De vrijwilligers bepalen de koers van de werking. 

Maar wat wel wringt: veel van de deelnemers van de JNM en andere jeugdverenigingen krijgen tijdens het opgroeien zoveel kansen. Voor de kinderen die wij bereiken, zijn de kansen veel schaarser. Ik vind zo’n inclusieve initiatieven heel boeiend. Het verruimt de leefwereld van de kinderen en begeleiders. Maar als ik een gemixte groep maak van 20 kinderen, dan beperk ik de kansen voor de kinderen en jongeren uit het doelpubliek van BIZON. Dan kunnen er op een van onze activiteiten 10 kinderen minder mee dan anders. 

Ik zie het zeker zitten om het nog eens opnieuw te doen, maar dan wel met een organisatie die het project voldoende meedraagt. Het mag niet meer zo arbeidsintensief zijn voor ons. Anders gaat het toch teveel ten koste van die jongeren voor wie BIZON één van de weinige kansen is op vrije tijd.

Nawoord van JNM

Elise De Meulenaere van JNM: “Met JNM zijn we na deze samenwerking verder aan de slag gegaan. Het voorbije werkjaar werkten we samen met VMJ (Vereniging voor Marokkaanse jongeren) in kader van het project Bruggenbouwers. We merken dat een nieuw drive gaf. Ondertussen hebben we een diversiteitswerkgroep en gaan we met verschillende organisaties samenwerkingen aan. Daarnaast staan we ook stil bij onze eigen werking en trachten we die op verschillende manieren toegankelijker te maken.”