Home

ADHD

ADHD

Handicap | Beperking

Wat is ADHD?

Onoplettendheid, hyperactiviteit en impulsiviteit zijn de kernsymptomen van ADHD. Die drie zaken komen niet bij elk kind of elke jongere met ADHD in dezelfde mate voor. 

Soms hoor je dat ADHD staat voor ‘Alle Dagen (Heel) Druk’. Dat is geen officiële vertaling, maar zo kan je je wel iets voorstellen bij de beperking. ADHD staat officieel voor ‘Attention Deficit Hyperactivity Disorder’, wat zich het best laat vertalen als ‘Aandachtstekort-hyperactiviteitsstoornis’.

Hoe onder je een kind of jongere met ADHD?

  • Zorg voor structuur en voorspelbaarheid: Maak een duidelijke planning en overloop die met je deelnemers. Voorzie genoeg momenten waarbij je leden voldoende kunnen bewegen zodat ze hun gedachten de vrije loop kunnen laten. Maak duidelijke afspraken over wat waar thuishoort, en ondersteun met labeltjes, pictogrammen of een checklist. Baken je terrein goed af en maak duidelijk in welke ruimte je wat mag doen.
  • Wees consequent wanneer je iemand aanspreekt op diens gedrag: Maak ook duidelijk waarom bepaald gedrag niet oké is: ‘Wat je nu gedaan hebt, is niet oké. Daarom ga ik je nu even aan de kant zetten tot je afgekoeld bent.’ Als je lid dan niet wil luisteren, blijf je herhalen dat hun gedrag niet oké is en dat er nog een straf zal volgen. 
  • Besteed voldoende aandacht aan spelregels en afspraken: Maak met je medeleiding afspraken over hoe je reageert op bepaald gedrag. Maak met je leden duidelijke afspraken over wat kan en niet kan en wat de gevolgen zijn. Hang ze ergens op zodat iedereen ze kan herbekijken. Bij situaties die vaak moeilijker lopen, herinner je je leden het beste aan wat de regels zijn en welk gedrag je verwacht. Beloon gewenst gedrag. Een complimentje of schouderklopje geven kost geen moeite. Of misschien vinden jullie een creatiever beloonsysteem? 
  • Let op de manier waarop je communiceert: Gebruik eenvoudige taal, hou het kort en concreet. Trek de aandacht door bijvoorbeeld een teken of een zin à la "Krak? Boem!" af te spreken waarop de leden moeten luisteren naar jou. Splits lange opdrachten op in kleine stappen en ondersteun je speluitleg met voldoende gebaren en doe opdrachten voor. Check of iedereen alles begrepen heeft. 
  • Bied genoeg variatie: Las bij rustige activiteiten regelmatig een uitleefmoment in en maak bij drukke en competitieve activiteiten tijd voor afkoelmomentjes. 
  • Vraag ondersteuning: Ouders kennen hun kinderen het beste. Daarom is het belangrijk om een goed contact met hen te hebben. Zo kunnen jullie de afspraken goed op elkaar afstemmen.