Home

Autisme

Autisme

Handicap | Beperking

Wat is autisme?

Autismespectrumstoornis of ASS (dat is de afkorting voor autismespectrumstoornis) heeft vele gezichten, daarom gaat het ook over een spectrum. Er zijn verschillende vormen, effecten en niveaus aanwezig. Pas als je iemand met ASS beter leert kennen, gaan er een aantal dingen opvallen. Zo zullen de communicatie en interactie anders lopen dan bij de meeste kinderen en hebben kinderen met ASS het moeilijk met veranderingen. Ook overgevoeligheid voor prikkels is een kenmerk dat vaak voorkomt. 

Seppe is een 12-jarige doorzetter met een positieve kijk op het leven die op 10-jarige leeftijd te weten kwam dat die autisme heeft. Lees hier zijn verhaal.

Hoe ondersteun je een kind of jongere met autisme?

  • Zorg voor structuur en voorspelbaarheid: Je kunt werken met een week- of maandplanning waarop je op voorhand aangeeft wat jullie zondag gaan doen. Wijk je toch af van de planning, doe dat dan niet te plots. Leg ook uit waarom jullie dat doen en wát jullie dan zullen doen. Deel de planning op tijd met de ouders, zodat zij hun kind kunnen voorbereiden op wat jullie in de Chiro gaan doen. 
  • Let op je communicatie: Trek de aandacht voordat je begint te praten. Gebruik duidelijke taal en korte zinnen. Taal wordt vaak letterlijk genomen, waardoor het kind iets op een andere manier kan begrijpen dan jij bedoelt. Let op met grapjes en figuurlijk taalgebruik. Spreek niet te snel en ga even na of het kind je begrepen heeft. Visualiseer je speluitleg als het moeilijker wordt. 
  • Zet talenten in de verf: Kinderen en jongeren met autisme weten vaak heel veel over een bepaald thema zoals auto's, vogels of Pokémon. Speel daarop in en stel bijvoorbeeld in een quiz een aantal vragen over dat thema. Ook kunnen sommige kinderen en jongeren met ASS extreem creatief zijn, goed tekenen of een boomhut bouwen die tot in de puntjes in orde is. 
  • Accepteer sommige zaken: Lichamelijk contact is niet evident. Hou daar rekening mee als ze een spel spelen. Oogcontact is soms lastig. Zet je naast iemand met ASS om in gesprek te gaan, dat gaat vaak makkelijker dan tegenover die persoon te zitten. Kinderen met autisme hebben vaak moeite om te snappen hoe anderen zich voelen. Probeer de gevoelens van anderen uit te leggen zodat dat voor het kind met autisme begrijpelijk wordt. 
  • Bereid je voor op een moeilijk moment: Soms kan een lid met ASS een paniek- of woedeaanval krijgen. Dat kan gebeuren als die veel prikkels krijgt (geluid, beeld, sociaal contact). Zorg dat je op voorhand een rustige ruimte afspreekt waar je lid naartoe kan gaan als die een paniekmoment krijgt. Dat kan een lege ruimte zijn of tegen een boom, zolang het een rustige plaats is. Stel je lid gerust en blijf er even bij als die dat wil. 
  • Vraag ondersteuning: Ouders van kinderen met ASS kunnen je tips geven voor de omgang met hun kind. Vraag of je eens kunt langskomen en zoek samen naar waar jij als leiding extra op zal letten. Kinderen met ASS gaan vaak – maar niet altijd – naar een school op hun maat. Naar welke school het kind ook gaat, de leerkrachten zullen het kind op een andere manier kennen dan jij. Als je op vragen of uitdagingen botst, kun je ook bij hen terecht. 
Lees het interview met Megan, Chiroleiding met autismespectrum en de kijk van haar medeleiding.