Home

Huisbezoeken

Huisbezoeken

Ouders / Voogd

Op huisbezoek gaan is een goede, maar arbeidsintensieve manier om de begrijpbaarheid van je aanbod te verhogen is. Je legt persoonlijk contact, je kan veel onduidelijkheden wegnemen, je krijgt een zicht op de thuiscontext… Toch is een huisbezoek ook spannend voor sommige ouders, die misschien verlegen of wantrouwig zijn. Maar ook sommige (jonge) begeleiders kunnen erg zenuwachtig zijn om met ouders in gesprek te gaan.

10 tips voor een huisbezoek

(Bron van Chirojeugd Vlaanderen)

  • Hou er rekening mee dat een huisbezoek niet voor alle ouders evident is. Vraag beleefd of je mag langskomen en verwittig ouders vooraf wanneer je komt. Leg ook uit wat het doel van die huisbezoekjes is, bijvoorbeeld om het contact levendig te houden.
  • Neem je folder en wat foto’s mee. Dat maakt wat je doet concreter en meer tastbaar.
  • Probeer met twee te gaan. Een hoofdanimator of verantwoordelijke en een begeleider die het kind wat intenser zal opvolgen. Zo hebben de ouders ook twee duidelijke contactpersonen. Val niet met te veel volk binnen, dat kan bedreigend overkomen.
  • Ga eventueel samen met een brugfiguur.
  • Probeer op een moment te gaan dat de kinderen thuis zijn. Probeer actief contact te zoeken met de kinderen en betrek hen waar mogelijk bij je vragen. Dat schept vertrouwen bij ouders.
  • Het spreekt voor zich dat je je voorzichtig en beleefd opstelt. De ouders zijn echt de ervaringsdeskundigen wat hun kind betreft.
  • Bereid het gesprek voor. Probeer je even in de plaats te stellen van de ouders. Wat vinden zij belangrijk? Spreek af wie het woord zal voeren en wat je zeker moet zeggen en moet vragen. Geef uitleg over wat je allemaal doet... 
  • Vraag de ouders expliciet naar hun verwachtingen ten opzichte van de begeleiding, van de leefregels, specifieke aandachtspunten bij de situatie van hun kind, enzovoort. Geef uitleg bij regels die niet helemaal overeenkomen met die verwachtingen.
  • Geef ouders voldoende tijd en ruimte om hun bezorgdheden aan te brengen.
  • Probeer er een echt gesprek van te maken. Vergeet vooral niet om ook eens af te wijken van het onderwerp! Neem echt je tijd voor het huisbezoek.   

Mogelijke vragen voor een huisbezoek

  • Wat speelt het kind graag?
  • Hoe speelt het kind?
  • Begrijpt het kind alles?
  • Kan het kind zelf zeggen wanneer die iets niet begrepen heeft of iets wil?
  • Heeft het kind vlug vertrouwen in mensen?
  • Hoe reageert het kind op pijn?
  • Kan het kind dat uiten? Zo ja, hoe?
  • Moet het kind medicatie innemen? Zo ja Welke, en wanneer?
  • Is het kind ergens allergisch voor? En wat moet je hiervoor doen?
  • Heeft het kind last van de zon of heeft die het net vlug koud?
  • Kan het kind zelf eten en/of drinken? Merk je wanneer het kind genoeg heeft, mag je hun verplichten alles op te eten?
  • Middagdutje: Wanneer, hoelang, waar?
  • Met welke materialen werkt het kind graag, met welke helemaal niet? Waar kan het kind helemaal niet tegen?
  • Kan het kind soms agressief gedrag vertonen? 

Je kan ook je persoonlijke fiche meenemen en die invullen samen met de ouders. Maar dat hoeft niet per se. Misschien hebben de ouders eerder nood aan een meer vrijblijvend kennismakingsgesprek. Het kan bedreigend overkomen om meteen een heel ‘dossier’ te moeten invullen. Dat lijkt misschien te bindend, te verplichtend. Bovendien kan de persoonlijke fiche een te strak keurslijf vormen, dat een echt gesprek in de weg staat. Neem eventueel wel de fiche mee en laat die achteraf door de ouders invullen, nadat ze beslist hebben om hun kind naar de werking te laten komen.

Heen- en weer schriftje

Voor kinderen die thuis weinig of niets (kunnen) vertellen over hun avonturen in de jeugdwerking vormt een heen en weer-schriftje een handig instrument, zeker in het begin en als je weinig tijd of kansen hebt om met de ouders te babbelen. De animatoren vertellen kort wat het kind gespeeld heeft en kunnen allerlei vragen en bedenkingen neerpennen voor de ouders. Omgekeerd kunnen de ouders extra informatie en de nodige antwoorden bieden. Je kan van het heen-en weerschrift een echt ‘ik-boek’ maken met extra vragen, ruimte foto’s, aandenkens... 

Wat met gescheiden ouders?

Een ouder geeft zich altijd op als de contactpersoon voor de vereniging en in tweede instantie wordt de andere ouder gecontacteerd die minder dicht bij de vereniging woont.

  • Maak goede afspraken met een of beide ouders. Het is belangrijk dat als je met een ouder communiceert, die persoon die informatie doorgeeft aan de andere ouder van het kind. Zodat er geen voldongen feiten ontstaan. 
  • Maak expliciet de dagen van de activiteiten duidelijk, zeker wanneer het om een meerdaagse gaat.
  • Pols niet naar de relatie tussen de twee ouders, dat kan soms erg gevoelig liggen. Pols eerder naar of jij iets moet doen naar de andere ouder toe. Zo kan je ook snel inschatten hoe de afspraken tussen beiden worden gemaakt.