Home

Stap voor stap naar een sterke samenwerking

Stap voor stap naar een sterke samenwerking

Samenwerking

Een goede samenwerking ontstaat niet in één-twee-drie. Daarom staken een aantal organisaties in het jeugdwerk de koppen bij elkaar. Ze bedachten dit schema met een aantal stappen op het pad naar een sterke samenwerking. Per stap werden een aantal acties en een aantal randvoorwaarden omschreven.

Stap 1: Een intern draagvlak creëren

Nog voor je eraan begint, is het belangrijk dat je een samenwerking mag aangaan. Je collega’s, bestuur of je achterban steunt dan dat je tijd en ruimte maakt om op verkenning te gaan en samenwerking op te zoeken. Als ze twijfelen of al die moeite wel nodig is, dan start je al vanuit een minder sterke uitgangspositie. Daarom kan het belangrijk zijn om een ‘sense of urgency’ te creëren. Zonder ’sense of urgency’ hebben veranderingsprocessen weinig kans op slagen. Verandering vergt een gevoel van: “Wij moeten dit nu doen”. 

  • Wij: dit past bij ons, bij onze missie, onze waarden, waarom we bestaan 
  • Moeten: dit is noodzakelijk voor ons, als we dit niet doen, dan laten we een belangrijke kans liggen 
  • Dit: dit is het, we zijn er van overtuigd dat we hier onze energie moeten in steken 
  • Nu: we mogen niet langer wachten 
  • Doen: we moeten actie ondernemen: praten, dromen of twijfelen is niet (meer) aan de orde 

Hoe kom je tot een ‘sence of urgency’? 

  • Handel zelf vanuit urgency: toon altijd je eigen gevoel van urgentie in vergaderingen, gesprekken, memo’s, mails … en dit zo zichtbaar mogelijk. 
  • Haal de ‘buitenwereld’ binnen: mensen, verhalen, getuigenissen, beelden … 
  • Formuleer een visie waarom de verandering nodig is. Geef aan hoe de organisatie en haar deelnemers erop vooruit zullen gaan met de verandering. 
  • Zet het verlies van niet-veranderen in de verf. 
  • Geef aan waarom een samenwerking noodzakelijk is. 

Stap 2: Goede partners vinden 

Partners vinden, vergt actieve prospectie. Hou er rekening mee dat je soms je comfortzone moet verlaten om contact te leggen met organisaties die verder van je af staan, zoals organisaties… 

  • uit een andere sector 
  • met een andere manier van werken 
  • met andere visies, andere belangen of andere referentiekaders 
  • op plaatsen waar of tijdstippen wanneer jij normaal gezien niet aan de slag bent 
  • die minder of niet professioneel werken of net wel 
Je hebt ook een duidelijk mandaat nodig van je organisatie om afspraken te maken met externe organisaties.  

Stap 3: Concrete acties opzetten 

Een goede manier om samenwerking op te starten is samen dingen doen. Simpel, concreet, niet-bedreigend. Met een win-win en/of vanuit de sterktes van beide organisaties. Mensen forceren brengt soms het omgekeerde effect teweeg. Probeer leefwerelden en referentiekaders voorzichtig te verruimen

Vaak stoot je op drempels of verschilpunten die je niet had zien aankomen. Pas in de samenwerking ontdek je grote en kleine – maar soms venijnige – verschillen tussen organisaties op vlak van visie, aanpak, strategie … Dit is vaak de test van je ‘sense of urgency’. Probeer voldoende experimenteerruimte en onderhandelingsmarge te voorzien. Laat voldoende vrijheid in je formats. Kom je engagementen na, ook als het moeilijk gaat.   

Stap 4: Continuïteit creëren: meer van hetzelfde 

Als je iets concreets gedaan hebt samen, ga dan voor de herhaling en de herkenbaarheid. Dezelfde gezichten die terugkomen, bepaalde gebruiken of rituelen die worden herhaald, dezelfde (spel)structuur … Geef kinderen en jongeren die minder vertrouwd zijn met jullie werking de kans om te oefenen en te wennen. Geef je eigen deelnemers de kans om te wennen aan nieuwe gezichten en gebruiken. In deze fase is het belangrijk om vol te houden, geduld te hebben en te blijven overleggen.  

Stap 5: Verstevigen

Na verloop van tijd kan je de samenwerking een vaster en meer structureel karakter geven: samen plannen maken, samen plannen uitvoeren, samen evalueren en bijsturen. Dit vergt beleidsruimte om samen doelstellingen en acties vast te leggen. Organisaties komen op elkaars terrein. Ze bepalen deels wat de andere zal doen. Dat vraagt overleg, vertrouwen en ruimte om je te laten beïnvloeden. 

Bijvoorbeeld: In een rapport van FOS Open Scouting over ontmoeting en bruggen bouwen, lazen we het praktijkverhaal over de samenwerking tussen Emiel Willaert van scoutsgroep De vleermuis uit Dikkelvenne en Steven Desanghere van de Circusplaneet uit Gent.