Waarom werken aan armoede?

Veel jongeren kunnen zich soms moeilijk iets voorstellen bij armoede. Armoede is niet altijd zichtbaar en kent verschillende soorten. Je denkt al snel aan het financiële aspect maar armoede kan ook op sociaal vlak bestaan.

Er zijn verschillende fases die je vereniging doorloopt om tot het besef te komen om iets aan armoede te doen. Van zodra je vereniging beseft dat er actie ondernomen moet worden kan je nagaan welke actie je best onderneemt. Per actie vind je een aantal concrete voorbeelden terug. 

Onwetendheid: “Armoede. Waarover gaat dit eigenlijk?”

• Een actie die je best kan ondernemen is informeren.
• Verhelder armoede in je vereniging en het hoe en waarom je verandering in je vereniging rond armoede wil doorvoeren. Vertel naar welke toestand je wil evolueren. Je kan cijfers aanhalen, inspelen op de actualiteit, enz.
• Door leuke en nieuwe informatie wordt voor de anderen zichtbaar en tastbaar waarom verandering nodig is. 

Bewustzijn: “Er zijn hier toch geen arme kindjes?”

• Is er binnen je organisatie te weinig besef dat armoede voor vele kinderen en jongeren wel bestaat? Dan kan je best enthousiasmeren. Enthousiasmeren doe je door mensen emotioneel te betrekken. Breng inleving teweeg. Alleen zo raken mensen persoonlijk betrokken en aangesproken. Dit doe je door bijvoorbeeld een fictief verhaal te vertellen over de toekomstige situatie, zaken vanuit het perspectief van kinderen te belichten, ervaringsdeskundigen aan het woord te laten, enz.
  
  
• Geef het idee mee in je vereniging dat kinderen in armoede iets missen of dat ze bepaalde zaken ook wel eens zouden willen meemaken, bijvoorbeeld een activiteit meedoen of een spelletje spelen. Daarnaast is een diverse doelgroep een verrijking voor je eigen vereniging en op die manier zeker ook een meerwaarde om op in te zetten. 

Bezorgdheid: “We willen rond armoede werken maar hoe begin je eraan?”

De beste actie die je in deze fase kan nemen is voorbeelden geven.

• Toon good practices uit andere jeugd-, sport- of cultuurverenigingen. En denk na hoe je dit ook kan doen in de eigen vereniging. Je kan ook andere verenigingen bezoeken (of zelfs andere methodieken, zoals verenigingen waar armen het woord nemen, doelgroepspecifieke verenigingen), filmpjes bekijken die inzicht geven in ‘kinderen en jongeren in armoede’ (bv. ‘Arm Vlaanderen’ van Panorama), enz.
  
  
• Laat zien dat de drempels voor kinderen en jongeren in armoede in jouw organisatie verlagen geen onmogelijke opdracht is. En dus ook zou lukken in je eigen organisatie. 

Inzicht: “We zouden wel rond armoede kunnen werken, maar er valt weinig te veranderen aan onze huidige werking”

• Maak de verandering mogelijk en toegankelijk. Het is belangrijk om begeleiders of vrijwilligers in staat te stellen om effectief dingen anders te doen. Hiervoor bestaat er ondersteuningsmateriaal. Denk aan inspiratieboeken, werkboeken, deze website of vaardigheden bijschaven door vorming en begeleiding. 
  
  
•  Baken af waar je begeleiders of vrijwilligers over moet nadenken en stel hen gerust dat er rekening zal worden gehouden met bezorgdheden.  

Intentie: “We willen rond armoede werken, maar we komen er niet aan toe erbij stil te staan”

• Er is per vrijwilliger of begeleider een individueel engagement nodig.
  Bijvoorbeeld: concrete taak om iets te doen aan de jeugdbewegingskledij (doorverwijzing naar artikel kledij), een deelverantwoordelijkheid geven om te horen bij de jeugddienst wat mogelijk is, iemand die armoede als thema bespreekbaar maakt op een vergadermoment, iemand die zich bezighoudt met de betere verspreiding van promo van de vereniging, enz.
  
  
• Een kleine, afgebakende taak op maat van iemands talenten, zorgt ervoor dat die persoon betrokken raakt bij het thema en een succeservaring kan opdoen terwijl die een steentje bijdraagt.
  
  
• Het is erg nuttig dat de verandering beleefd wordt, dat er een succeservaring ontstaat.
  Dus: probeer de verandering uit, maak er een afgebakend en beheersbaar project van. Een kleinschalige verandering, die positieve impact heeft, zorgt voor de goesting om verder aan de slag te gaan.  

Gedragsverandering: “Wij zijn bewust rond dit thema bezig en sturen bij via evaluaties”

• Zorg dat het thema op de agenda blijft staan in je vereniging, zodat het thema blijft leven als de initiatiefnemers de organisatie verlaten.
  
  
• Je kan luisteren bij de doelgroep of ze verandering merken, overleg met mogelijke partners, jaarlijks investeren in vorming, een vast punt op de grote jaarlijkse evaluatie, enz.
  
  
• De verandering is doorgevoerd en gaat deel uitmaken van de ‘dagelijkse werking’ binnen de vereniging.