Vrije tijd is nodig
Vrije tijd is nodig
Kinderrechten
“Sami wil graag naar een jeugdwerking, maar mag hij niet van zijn ouders.
Sien houdt ervan zich thuis te ontspannen en heeft haar eigen plekje.
Selin wil graag in haar vrije tijd meer naar optredens, maar helaas is dat te duur.
Lea houdt van spelen, maar heeft in haar buurt geen plek waar ze terecht kan."
Vrije tijd is nodig
Vrije tijd is een recht van elk kind en elke jongere. Iedereen vult het op hun manier in.
In een ideale wereld is het voor Sami, Sien, Selin, Lea en andere kinderen en jongeren in Vlaanderen mogelijk om hun vrije tijd in te vullen zoals ze willen. Het is niet vrijblijvend, het is een recht.
Dat gaat samen met een verplichting om dit recht te realiseren.
Wie moet hiervoor zorgen? In de eerste plaats de overheid. Maar ook jeugdwerkers, ouders, leerkrachten... hebben een essentiële rol in het mogelijk maken van vrijetijdsbesteding.
Heel wat kinderen, jongeren en hun gezinnen zijn zich niet bewust van hun rechten. Het is dus belangrijk om hen te informeren.
Het recht op vrije tijd
Artikel 31 van het Kinderrechtenverdrag erkent het recht op rust en vrije tijd, op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelname aan het culturele en artistieke leven. Ook andere verdragen erkennen het recht van alle mensen (zowel volwassenen als kinderen) om deel te nemen aan culturele activiteiten en om te genieten van rust van de arbeid (art. 23 grondwet en art. 24 Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens).
Dit recht omvat spel, recreatie, cultuur, artistieke bezigheden én vrijetijdsbesteding. Het gaat ook over het 'recht op nietsdoen' van kinderen en jongeren; om niet deel te nemen aan welke vrijetijdsactiviteit dan ook, wanneer zij daar geen zin in hebben. Ontspanning en rust zijn een belangrijk onderdeel van dit recht.
Er wordt geen bepaalde context vermeld waarin dit recht moet gerealiseerd worden (bv. school, thuis, jeugdvereniging). Dit recht is dus overal van toepassing. Vrije tijd gaat niet alleen over het toegankelijk maken van het (georganiseerde) aanbod, maar ook over het voorzien van ruimte en tijd om te spelen, te gamen, een hobby... thuis en in de buurt.
Voor wie?
Dit recht is er voor alle kinderen en jongeren onder 18 jaar. Volgens artikel 31 moet de overheid ervoor zorgen dat elk kind of elke jongere kansen krijgt om deel te nemen aan vrije tijd. Dit recht is voor iedereen gelijk en hoort onvoorwaardelijk te zijn.
Tegenover een persoon met onvoorwaardelijke rechten staat een persoon of instantie met plichten. Mensenrechten – en dus ook kinderrechten - houden verplichtingen in voor staten en andere actoren. Investeren in de realisatie ervan is een morele plicht voor onze overheden. Economische en budgettaire bezwaren zijn daarin ondergeschikt.