Wat is een inclusie animator?
Wat is een inclusie animator?
Inclusie
Inclusie in het jeugdwerk gaat verder dan kinderen met een ondersteuningsnood ‘toelaten’ tot het kamp of de activiteit. Het gaat over écht deel uitmaken. Over mogen meedoen, over jezelf kunnen zijn, over gezien worden in je talenten én in je noden. Net daarom kiezen steeds meer organisaties voor een inclusie-animator – ook wel zorgmonitor/animator genoemd – als aanspreekpunt op kamp of activiteit. Maar is dat de beste weg? Wat zijn de valkuilen? En wat maakt een inclusie-animator wél krachtig?
Wat is een inclusie-animator?
Een inclusie-animator (of zorgmonitor) is iemand binnen het animatorenteam die extra aandacht heeft voor kinderen en jongeren met specifieke ondersteuningsnoden. Het gaat bijvoorbeeld om een kind met autisme, een jongere met een mentale beperking of iemand die snel overprikkeld is. De inclusie-animator heeft als taak om samen met het hele team te zorgen voor een klimaat waarin het kind zo volwaardig mogelijk kan deelnemen. Belangrijk is dat deze rol niet alleen focust op het ‘kind met een zorgvraag’, maar net ook een coachende rol opneemt ten aanzien van het team: hoe kunnen alle animatoren bijdragen aan een inclusieve groep?
De sterktes van een inclusie-animator
- Een aanspreekpunt voor ouder(s)/voogd(en) én het team
Ouder(s)/voogd(en) weten bij wie ze terecht kunnen met vragen, bezorgdheden en praktische afspraken. De inclusie-animator vormt zo een belangrijke brug. Maar ook voor de animatoren zelf is die rol helpend: iemand met expertise, ervaring of motivatie die mee zoekt naar oplossingen. - Oog voor kleine dingen met grote impact
Heeft het kind even een pauze nodig? Kan het lokaal wat prikkelarmer worden ingericht? Is de uitstap mee doordacht vanuit inclusie? De inclusie-animator stelt de juiste vragen en houdt oog voor situaties waarin kinderen (even) extra ondersteuning nodig hebben. - Een hefboom voor een inclusieve cultuur
Door inclusie expliciet te benoemen en te verankeren, krijgt het jeugdwerk meer draagvlak voor zorg. Een inclusie-animator die vertrekt vanuit talenten en samenwerking, zet de toon voor een sfeer waarin iedereen welkom is.
Maar let op: de rol is kwetsbaar
- Het risico op ‘de vuilbak’
Wanneer de inclusie-animator de enige is die ‘zorg draagt’, dreigt die alle verantwoordelijkheid te krijgen. Andere animatoren voelen zich dan niet langer verantwoordelijk voor het kind met een zorgvraag, en dat kind belandt op een eiland. - Geen gedeelde verantwoordelijkheid
Inclusie is geen individuele taak, maar een teamverantwoordelijkheid. Als er geen gedragenheid is bij het team, dan valt de inclusie-animator uit de boot. En als die persoon wegvalt, moet alles weer van nul opgebouwd worden. - Beperking van het kind tot zijn/haar zorgnood
Wanneer de rol te sterk focust op ‘ondersteunen’, verdwijnt het kind soms uit het groepsbeeld. Participatie betekent niet dat een kind altijd mee moet doen, maar wel dat er continu gezocht wordt naar hoe meedoen mogelijk is.
Naar een andere rolopvatting: de inclusiecoach
Wat als we de zorgmonitor zien als een inclusiecoach? Iemand die niet enkel ondersteuning biedt aan het kind, maar ook het team versterkt in hun inclusieve vaardigheden. Denk dan aan een (hoofd)animator of instructeur met specifieke expertise en motivatie. Iemand die terugkoppelmomenten organiseert, mee reflecteert met het team én ouders betrekt in de evaluatie. Zo vermijden we dat deze rol een aparte silo wordt en groeit er een inclusieve praktijk gedragen door iedereen.
Is een inclusie-animator voortaan altijd nodig?
Niet per se. Soms kan een goed afgestemd team de noden opvangen zonder een aparte rol. Belangrijk is wel dat de aandacht er is. Organisaties experimenteren daarom ook met alternatieven zoals:
- Aandachtsbegeleiders: meerdere animatoren nemen ‘aandachtskinderen’ op, wat gedeeld eigenaarschap creëert.
- Inclusiekoffers of rustige ruimtes: infrastructuur die kinderen toelaat zich even terug te trekken als dat nodig is.
- Open gesprekken met opvoedverantwoordelijken (zoals ouders en voogden): transparantie over wat nodig is en wat haalbaar is, in vertrouwen en respect.
Tot slot: inclusie is een ethische keuze
In de praktijk botsen we soms op een spanningsveld tussen ‘willen’ en ‘kunnen’. Niet elke ouder(s)/voogd(en) durven of willen extra ondersteuning aanvragen, uit angst dat hun kind gestigmatiseerd wordt. Sommige animatoren voelen zich onzeker of onvoorbereid. En sommige kinderen hebben eigenlijk meer nodig dan het team kan bieden. Maar net daarom is het gesprek over inclusie zo belangrijk. Een inclusie-animator kan dat gesprek trekken, ondersteunen en verdiepen – zolang het een gedeelde verantwoordelijkheid blijft. Inclusie werkt pas als het gedragen is. Niet door één persoon. Maar door een ploeg die gelooft dat elk kind erbij hoort – op zijn of haar manier.