Home

Het belang om bij pesten in te grijpen

Het belang om bij pesten in te grijpen

Pesten

Elke jeugdvereniging wil dat alle kinderen en jongeren zich amuseren tijdens de activiteiten. Samen spelen, elkaars goede en minder goede kantjes leren kennen, ravotten, samenwerken, groeien. Het hoort er allemaal bij. Maar soms gaat het mis: de sfeer in de groep verzuurt, kinderen worden agressief, een jongere wordt gepest...

Voor wie wil voorkomen dat er pestsituaties ontstaan, zijn er heel wat leuke activiteiten en methodieken te vinden. Preventie is héél erg belangrijk! Maar wanneer je geconfronteerd wordt met een concrete pestsituatie, kan je dit niet meer voorkomen. Dan moet je reageren. Maar reageren zodat het pesten stopt en daarna terugkeren naar een fijne groepssfeer is niet makkelijk.

De reactie op pestsituaties blijft meestal beperkt tot het straffen van de pesters. Vaak lost deze aanpak niets op. Pesters die gestraft worden, gaan hun slachtoffer soms nog geniepiger aanpakken. Die manier van wraak nemen zorgt ervoor dat veel kinderen niet durven vertellen dat ze worden gepest. Bovendien ligt bij de klassieke bestraffende aanpak van pesten de focus op de pester en het slachtoffer. De omstaanders, die eveneens de spanning in de groep ervaren, worden niet gehoord. 

Positieve en goede groepssfeer

Als je pesten wil aanpakken, doe je dat best niet alleen. Werk met heel het begeleidingsteam aan een positieve, toffe groepscultuur waarbinnen pesten door iedereen als verkeerd wordt beschouwd. Op heel wat leuke manieren kan je preventief aan de slag tegen pesten. Bouw aan de empathie van de kinderen en jongeren en zet in op sociale vaardigheden om heel wat zaken te voorkomen. Maar… met voorkomen alleen kom je er helaas niet. Bij het reageren op pestgedrag zal je het meeste succes boeken als je ervan uitgaat dat zowel slachtoffers als pesters hulp nodig hebben. Gevoelsmatig kan dat vreemd klinken, omdat we pestsituaties vaak benaderen vanuit hevige emoties zoals woede of frustratie tegenover de pester en sympathie voor het slachtoffer.

Je kan een pest-situatie via een bezinning of reflectiemoment bespreekbaar maken. Je kan hier kiezen voor een rechtstreekse aanpak (benoemen van de situatie) of voor een onrechtstreekse aanpak (bespreken van cyberpesten in het algemeen). 

Valkuilen bij het pesten

De vier grootste valkuilen bij reageren op pestproblemen beschrijven we hieronder.

1. We willen alles heel precies weten

Het lijkt vanzelfsprekend om kinderen te ondervragen over de feiten. We willen weten wat er juist is gebeurd. Maar we zullen vaak tegenstrijdige dingen te horen krijgen, waardoor de zoektocht naar de waarheid je soms belemmert om efficiënt op te treden. Sta niet stil bij de feiten, maar wel bij de gevoelens van het slachtoffer. De ernst van de feiten is trouwens niet altijd evenredig met de mate waarin een kind lijdt onder het pestgedrag. Nog minder nuttig is om kinderen te vragen waarom ze een bepaald gedrag vertonen.

Bijvoorbeeld: Toen de welpenleiding een kind vroeg waarom die het kamp van de andere ploeg had stukgemaakt, was het voorspelbare antwoord: “Ik weet het niet.” De leiding zuchtte dat het kind gedragsgestoord is en voortdurend aandacht zoekt. De leiding heeft misschien wel gelijk, maar had die nu echt gedacht dat het kind zou antwoorden: “Wel leider, het is omdat ik gedragsgestoord ben en …”

2. We willen het slachtoffer veranderen

Slachtoffers worden vaak aangespoord om hun gedrag op een of andere manier te veranderen. Ze moeten ‘voor zichzelf opkomen’, ‘terugvechten’ of ‘doen alsof het hen niet raakt’, maar telkens opnieuw maken hun mislukte pogingen om het pesten te stoppen alles nog erger. Op die manier krijgen sommige kinderen het gevoel dat het hun eigen schuld is. Maar dat is het niet! Hoe groot hun eigen moeilijkheden of onvolkomenheden ook zijn, het pesten is niet hun schuld en zij zijn ook niet verantwoordelijk om het te doen stoppen. Uiteraard is er niets mis met assertiviteitstraining en het trainen van sociale vaardigheden. Zeker binnen je jeugdvereniging is er weinig plaats om aan individuele begeleiding te doen. Het is ook niet je taak als begeleiding, je bent geen hulpverlener. Denk daarom samen met de jongeren na over een goede aanpak. Toets als vereniging af bij de jongere welke verdere stappen die ziet zitten. Het heeft geen zin om iets te ondernemen waar de jongere niet achter staat, misschien maak je de situatie voor hem/haar/hen dan enkel erger. Het kan zijn dat bepaalde slachtoffers (en pesters) effectief nood hebben aan extra persoonlijke begeleiding, maar dat staat naast de aanpak van het pestprobleem op korte termijn. Je gaat hierover best het gesprek aan met de ouders/voogd(en).

3. Straffen?

De grootste uitdaging is misschien wel het afzien van straffen als reactie. Straffen helpt zelden. Integendeel, het maakt de situatie vaak nog erger als de pester wraak neemt. Er is nog nooit een bewijs gevonden dat een straf een pester veranderde in een vriendelijk en behulpzaam kind. Pesten is een vorm van antisociaal gedrag. We moeten de pesters dan ook helpen om positief gedrag te leren. Dat lukt niet als we hun angst en vervreemding, ten opzichte van de begeleiding, nog aanwakkeren door ze te veroordelen en te straffen.

Een straf geven is dus geen constructieve oplossing voor het probleem. Jongeren die pesten zijn vaak op zoek naar een manier om zich te positioneren in de groep. Ze kunnen dat enkel op een negatieve manier doen, door anderen te kwetsen. Een straf geven zorgt er niet voor dat jongeren plots een andere manier vinden om zichzelf in de groep te profileren.

De jongeren die pesten hebben vaak geen besef van de impact op de gepeste jongere(n). Je kan inzetten op het vergroten van de empathie bij jongeren.

4. Klikken of melden?

Spijtig genoeg blijven pestsituaties nog te vaak verborgen. Het gebeurt meestal als er geen volwassenen in de buurt zijn. Slachtoffers en toeschouwers zwijgen in alle talen uit angst voor wraak en ‘omdat klikken niet mag’. Dit maakt het voor de pesters wel erg gemakkelijk. Zij krijgen dan vrij spel en met een beetje geluk komt niemand het te weten. Daarom is het erg belangrijk dat het taboe rond ‘klikken’ wordt doorbroken en dat er wordt gewerkt aan een open communicatiesfeer waarbij pesten mag/moet worden gemeld. Het is van cruciaal belang dat iedereen weet hoe ernstig de gevolgen van zwijgen kunnen zijn. Wanneer je er als begeleiding voor kiest pesters niet te straffen en als dat voor alle kinderen duidelijk is, zal het melden minder snel als ‘klikken’ worden benoemd en zal er openlijker kunnen worden gepraat over de gevoelens van de slachtoffers. 

Meer informatie

Heel wat informatie over pesten vind je bij Tumult. Je kan bij Tumult of bij Pimento ook terecht voor een vorming rond (cyber)pesten die je kan aanvragen met 150 euro korting door de vorming hier te boeken.