Home

Je aanbod op maat van kinderen en jongeren in armoede

Je aanbod op maat van kinderen en jongeren in armoede

Armoede - Diversiteit - Inclusie - Brochures, fiches en onderzoek

Recente cijfers van de Koning Boudewijnstichting geven aan dat 12,8% van de Belgische kinderen in armoede leeft. In Vlaanderen is dat één op de tien kinderen (8,5%) en in Wallonië (21%) en Brussel zelf één op de vijf (17%,3) (1). 

Kinderen, jongeren en gezinnen in armoede moeten vaak dagelijks complexe afwegingen maken. De huishoudelijke kosten zorgen ervoor dat er minder budgettaire ruimte is voor activiteiten zoals vrije tijd, zowel wat directe kosten (bv. lidgeld) als indirecte kosten betreft (bv. kledij, kost van een wagen en benzine, drinkgeld of trakteren). Mensen in armoede moeten dus constant keuzes maken. Bovendien is armoede méér dan een gebrek aan inkomen of geld en hangt het ook af hoe anderen kijken naar en omgaan met kinderen en jongeren die opgroeien in armoede.

Het blijft een inspanning vragen om het bestaande vrijetijdsaanbod toegankelijker en inclusiever te maken voor kinderen en gezinnen in armoede. Dit artikel zet jou op weg.


Armoede is méér is dan een gebrek aan inkomen of geld

Armoede is méér dan een gebrek aan inkomen of geld. Het lidgeld ‘zo laag mogelijk’ houden is dus slechts één belangrijke actie van het inclusief werken naar mensen in armoede toe. Het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting omschrijft armoede als:

een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan [bv. in de vrije tijd], in die mate dat men geen leven kan leiden dat voldoet aan de menselijke waardigheid. Hierdoor ontstaat een kloof met de rest van de samenleving. Deze kloof, die in de samenleving wordt ge(re)produceerd, kan men niet op eigen kracht overbruggen.

Cindy Van Geldorp, medewerker bij het Vlaams Netwerk Tegen Armoede en ervaringsdeskundige, legt in dit Warmste Week-filmpje uit wat armoede betekent en hoe het ook concreet kan doorwerken op vrijetijdsbesteding.

Wil je kinderen en jongeren in armoede bereiken en behouden met jouw aanbod, leer hun leefwereld dan kennen en begrijpen. Dit vraagt een open en reflectieve houding van alle begeleiders en vrijwilligers. Hieronder wordt dieper ingegaan op vier strategieën en de zeven B’s van toegankelijkheid.


Vier strategieën om de kloof te overbruggen

Kris De Visscher, onderzoeker aan de KdG Hogeschool, geeft aan dat de kloof tussen mensen in armoede en het vrijetijdsaanbod te overbruggen is, maar dat dat zelden op eigen kracht lukt. Je kan het als organisatie of als individu niet alleen. Er is nood aan omkadering, bemiddeling, ondersteuning en opvolging. Hij schuift vier strategieën naar voren om jouw aanbod en werking toegankelijker te maken:

Outreachend en bottom-up werken: bv. activiteiten opzetten op vertrouwde plekken voor kinderen en jongeren, op een authentieke manier contact leggen en oudere jongeren dit aanbod zelf mee laten opzetten.

Individuele toeleiding: bv. via buddy’s, vertrouwensfiguren, meters en peters of aanspreekpersonen – en misschien zijn er in je lokale gemeente wel professionele brugfiguren aanwezig?

Verenigingsondersteuning: bv. vanuit de gemeente of een (boven)lokaal project om ervoor te zorgen dat je werking toegankelijk genoeg is om kinderen en jongeren op een volwaardige manier te laten participeren. Het Kenniscentrum Kinderrechten (KeKi) ontwikkelde de participatiecirkel om met kinderen en jongeren in een participatieproces te stappen.

Samenwerking en netwerkvorming: bv. andere diensten en organisaties kunnen je helpen om door te verwijzen en toe te leiden of advies en steun te geven. Je krijgt bovendien een beter zicht op de leefwereld, de vragen en de noden die er leven.


De zeven B’s van toegankelijkheid 

Hoewel armoede méér is dan een gebrek aan inkomen of geld, is het vaak een centrale uitdaging voor gezinnen in armoede. Daarom kan je rond de betaalbaarheid van je vrijetijds- of jeugdwerkaanbod bijvoorbeeld alle kosten van een activiteit of lidmaatschap in kaart brengen en mogelijke kortingen en tussenkomsten via de UiTPas en het Sociaal huis of OCMW nagaan. Betaalbaarheid gaat ook over verdoken kosten. Dat zijn kosten die niet zijn inbegrepen in de kostprijs van de activiteit of het lidgeld.

Er bestaan ook andere “B’s” om de toegankelijkheid van je aanbod in kaart te brengen. Denk maar aan bereikbaarheid, beschikbaarheid, begrijpbaarheid en bruikbaarheid. Op de website van De Ambrassade lees je hoe je jouw aanbod hieraan kan aftoetsen en vind je een heleboel andere tips. Bijvoorbeeld, rond bereikbaarheid (bv. acties rond mobiliteitsarmoede), de beschikbaarheid (bv. drempels rond inschrijven) en bruikbaarheid (bv. persoonlijke aandacht voor kinderen en gezinnen) van je aanbod.

Recent bracht het Vlaams Netwerk Tegen Armoede nog een advies rond vrije tijd en welbevinden naar buiten op basis van een bevraging bij kinderen en jongeren in armoede. Zij voegden bekendheid (bv. organiseer ‘opendeurdagen’ in samenwerking met armoedeverenigingen en andere organisaties die maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren bereiken of werk vindplaatsgericht op plaatsen waar bepaalde groepen zich bevinden) en betrouwbaarheid (bv. zorg voor een inclusief communicatiebeleid en antidiscriminatiebeleid. Pak pestgedrag en discriminatie binnen de werking onmiddellijk aan) toe aan deze vijf B’s. In hun adviesnota kan je ook getuigenissen van jongeren lezen.

Sommigen breiden deze zeven B’s uit naar negen B’s met inbegrip van Begripvol (bv. aandacht voor culturele gevoeligheden) en Betreedbaarheid (bv. kledijvoorschriften en antipestbeleid). Kortom, voldoende toegankelijkheidscriteria waar je mee aan de slag kan gaan!


Ga concreet aan de slag!

Wil je als vrijwilliger, begeleider of professional verder aan de slag rond de inclusie van kinderen en jongeren in armoede in je vrijetijds- of jeugdwerking?

• Download de Komaf-werkvorm Armoede via de button hieronder!

• Vraag een Komaf-vorming aan rond inclusieve vrije tijd van een van de Komaf-partners met een kortingsvoucher ter waarde van €150

• Vraag een Komaf-begeleiding aan rond inclusieve vrije tijd van een van de Komaf-partners met een kortingsvoucher ter waarde van €1000

• Andere vragen? Neem gerust contact met ons op!

Referenties 

Coene, J., Ghys, T, Hubeau, B., Marchal S., Raeymaeckers, P., Remmen, R., Vandenhole, W., Van Hecken, G. & Van Praag, L. (red.) (2022). Armoede en Sociale Uitsluiting. Jaarboek 2022. Armoede en sociale uitsluiting in een globale context

De Ambrassade (2019). Toolbox diversiteit.   

De Visscher, K. (2019). Hoe dicht je de kloof tussen mensen in armoede en het vrijetijdsaanbod.   

Kenniscentrum Kinderrechten (2023). De participatiecirkel. Een participatieproces met kinderen en jongeren: hoe dan?

Komaf (2023). Van een reflectieve houding naar een inclusieve werking

Koning Boudewijnstichting (2023). Materiele deprivatie bij kinderen in België in een oogopslag (verwijzend naar het onderzoek van Anne-Catherine Guio en Wim Van Lancker). 

Vandermeerschen, H. (2016). Hoe sport mensen in armoede uitsluit en wat we daartegen kunnen doen

Vlaams Netwerk Tegen Armoede (2023). Maatschappelijk kwetsbare jongeren aan het woord over vrije tijd en welbevinden


Voetnoot 

(1) Het gaat meer bepaald over ‘materiele deprivatie’. Een kind leeft in materiele deprivatie als het in een huishouden woont dat zich om financiële redenen ten minste drie van de volgende 17 goederen en diensten niet kan veroorloven: 1) Enkele nieuwe kleren; 2) Twee paar schoenen van dezelfde maat; 3) Elke dag verse groenten en fruit; 4) Elke dag eiwitten; 5) Leeftijdsgebonden boeken thuis; 6) Recreatiemateriaal voor buiten (fiets, skeelers enz.); 7) Aan de leeftijd aangepaste binnenspelen; 8) Regelmatige vrijetijdsbesteding (sport, muziek...); 9) Viering van speciale gelegenheden (verjaardagen, religieuze feestdagen enz.); 10) Vrienden uitnodigen om af en toe te komen spelen en eten; 11) Een week vakantie per jaar weg van huis; 12) Deelname aan schoolexcursies; 13) Het vervangen van versleten meubilair; 14) Geen achterstallige betalingen; 15) Toegang tot het internet; 16) Voldoende verwarmde accommodatie; 17) Toegang tot een auto voor eigen gebruik, indien nodig.